Toetsingscriteria
Inleiding
Voor de thema’s, aspecten en toetsingscriteria voor dit Specifiek MER is, net als voor de effectbeoordelingen voor TiWa in de Verkenningsfase, in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) een aanzet gedaan. De toetsingscriteria zijn in principe gericht op milieuaspecten. De effectbeschrijving van het Specifiek MER vormt input voor de integrale beoordeling van het dijkversterkingsontwerp c.q. lokale varianten. De beoordelingscriteria zijn opgesteld gebruikmakend van de aanzet met beoordelingscriteria afkomstig uit de NRD [1]. De meeste van deze zijn ook betrokken in de effectenstudie (sept 2018) in de Verkenningsfase ten behoeve van het bepalen van het VKA.
In de Verkenningsfase is in twee stappen (zeef 1 en 2) een beoordeling gemaakt. Per stap wordt getrechterd dus de toetsing vindt plaats van grover naar fijner. In zeef 1 en 2 is daarbij getoetst op een aantal brede thema’s, namelijk:
- Doelbereik: voldoen aan projectdoelen;
- Technisch maakbaar en vergunbaar;
- Kosten en betaalbaarheid.
Doelbereik
De projectdoelen waaraan in zeef 1 is getoetst hingen deels samen met de hoogwatergeul en de gebiedsvisie en zijn niet of minder aan de orde nu gekozen is voor uitsluitend dijkversterking. Het doel is primair om te voldoen aan de waterveiligheidsnorm. In het Projectplan Waterwet wordt het dijkontwerp beschreven dat is gemaakt op basis van ontwerpcriteria die zijn afgeleid van de voor dit dijktraject vastgestelde normen. Het voldoen aan de veiligheidsnorm is een harde randvoorwaarde. Dit geldt voor het VKV en voor de lokale varianten die in de planuitwerkingsfase nader geanalyseerd zijn
Technisch maakbaar en vergunbaar
Voor de technische maakbaarheid geldt dat op basis van de hoofdkeuzes (versterken met grond of constructies) die al zijn gemaakt wordt gewerkt met bewezen technieken. In de detaillering van het VKV wordt ook rekening gehouden met technische maakbaarheid. Ook voor innovaties geldt dat ze alleen zijn toegestaan indien de technische maakbaarheid is aangetoond. De beoordeling op technische maakbaarheid is daarom altijd positief. Verschillende uitvoeringswijzen kunnen wel leiden tot verschillen in kosten, uitvoeringsduur, omgevingshinder e.d. Die verschillen komen terug bij die afzonderlijke beoordelingsaspecten en -criteria.
Voor vergunbaarheid zijn twee elementen van belang; technisch-juridische inhoud en draagvlak. Ook hier geldt dat op basis van de keuzes die al zijn gemaakt de vergunbaarheid vast staat (dus positief), zij het eventueel onder voorwaarden. Die voorwaarden kunnen per detailoplossing verschillen en kunnen leiden tot verschillen in kosten, uitvoeringsduur, draagvlak en overige effecten. Die verschillen komen ook terug bij de betreffende afzonderlijke aspecten en criteria. Bij draagvlak is onderscheid gemaakt in het draagvlak bij afzonderlijke groepen (bestuurders, bewoners, belangengroepen, beheerders). Gebrek aan draagvlak kan leiden tot een (tijdelijke) ‘no go’, maar bijvoorbeeld ook vertraging in de procedure (bij zienswijzen en beroepsfase tegen het definitieve besluit).
Kosten en betaalbaarheid
Kosten zijn in het MER niet opgenomen, omdat het MER zich richt op milieueffecten. Kosten en de betaalbaarheid van de dijkversterking is natuurlijk wel een onderdeel waar, buiten het MER, goed naar wordt gekeken. Ook worden meekoppelkansen alleen in het project meegenomen wanneer de betaalbaarheid (en externe financier) hiervan bekend is.
Voor enkele criteria die in de NRD zijn voorgesteld voor dit Specifiek MER geldt dat op basis van de Verkenning is geconcludeerd dat deze voor de beoordeling van de dijkversterking niet aan de orde zijn[2]. Deze komen derhalve niet terug in onderstaande opsomming. De effectanalyse is uitgesplitst over de volgende thema’s:
- Rivierkunde;
- Water;
- Ecologie
- Bodem;
- Landschap, Cultuurhistorie en Archeologie;
- Ruimtegebruik;
- Woon- en leefmilieu;
- Duurzaamheid en toekomstbestendigheid;
- Uitvoering en Beheer en onderhoud;
- Overige effecten.
Er zijn effecten die alleen in de aanlegfase optreden en effecten die samenhangen met de definitieve situatie. Deze zijn binnen één thema bij elkaar genomen en worden samenhangend beschreven.
Wijze van beoordelen
In de m.e.r.-systematiek worden de effecten van de alternatieven c.q. varianten beschreven ten opzichte van de referentiesituatie. De referentiesituatie in het MER is de combinatie van de huidige situatie en autonome ontwikkelingen zoals beschreven in paragraaf PM van dit MER. De effectbeschrijving voor het Specifiek MER vindt plaats met behulp van onderstaande beoordelingsschaal.
Voor de vergelijking van de alternatieven c.q. varianten worden de effecten van de alternatieven c.q. varianten met plussen en minnen op een zevenpuntsschaal beoordeeld ten opzichte van de referentiesituatie in 2030:

Beoordelingstabel
[1] Notitie Reikwijdte en Detailniveau, november 2016.
[2][2] Beoordelingscriteria zoals: ruimtelijke kwaliteit (vooral van belang bij een hoogwatergeul, voor de dijkversterking hebben de aspecten belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde te veel overlap met landschap, woon- en leefmilieu en toekomstbestendigheid),
ecologische potenties (deels van belang bij ecologische inrichting hoogwatergeul of anders onderdeel van meekoppelkansen-natuur),
mate van verandering afvoerverdeling op splitsingspunt Pannerdensche Kop, effect op waterbouwkundige constructies (in de Waal), deels ook rivierkundige morfologie en mate van dwarsstromingen in de vaargeul (door wegvallen hoogwatergeul),
doorsnijding van (agrarische) percelen en mate van schade aan landbouw (nat of droog), enkele aspecten uit woon- en leefmilieu, (was enkel van toepassing indien er een hoogwatergeul onderzocht wordt).