Effectbeschrijving

De dijk moet na de dijkversterking goed kunnen worden beheerd. Op basis van het Beheer en onderhoudsplan Waterkeringen zijn de ontwerpuitgangspunten voor de beheervoorzieningen bij dijkversterking TiWa vastgelegd. Het betreft onder meer eisen voor de maximale taludhelling van grastaluds en beheerpaden langs de dijk of op de berm, maar ook zaken als niet waterkerende objecten en groenvoorzieningen. Dit in verband met een goede toegankelijkheid voor onderhoudsmaterieel en hiermee een beheer- en onderhoudbare dijk wordt aangelegd. Aan deze eisen is, ook rekening houdend met andere belangen, zo goed mogelijk voldaan.

Belangrijke beheervoorzieningen zijn beheerpaden en beheerafritten. Een beheerpad wordt, afhankelijk van de specifieke situatie, gelegd langs de teen van de dijk of op de berm. Het is niet altijd mogelijk om de gewenste beheersituatie aan te leggen vanwege bestaande waarden, zoals bebouwing. In sommige gevallen zal de (onder aan de dijk liggende) weginfra ook gebruikt worden als beheerstrook. Beheerafritten worden aangelegd om de beheerpaden te ontsluiten, vanaf de kruin en soms via een wegaansluiting of perceelsontsluiting. Beheerafritten worden bij voorkeur tweezijdig ontsloten omdat onderhoudsmaterieel doorgaans niet kan keren op het beheerpad.

Vanwege een betere beheer- en onderhoudbare dijk worden op verschillende locaties de steenbekleding op de buitentaluds vervangen door grastaluds. In verband met een dijkveilig ontwerp worden op verschillende locaties steenbekleding aangebracht/ gehandhaafd op het buitentalud. Dit gebeurt bv. bij Schaardijken en locaties waar een hoge golfoploop te verwachten zijn. Ook wordt steenbekleding aangebracht op locaties waar opeenhoping van drijfvuil en de hiermee gepaarde schades verwacht worden.

Voor doelmatig en goedkoper beheer en onderhoud van de dijk is het positief dat de taluds van de dijk verflauwd worden. Steile taluds zijn moeilijker te beheren en onderhouden, omdat daar aangepast materieel voor moet worden ingezet.

Daarnaast is het voor beheer- en onderhoud belangrijk dat het nieuwe dijkontwerp voorziet in een efficiënt ontwerp van de perceel ontsluitingen. Eventuele dijktrappen worden in principe teruggebracht, maar er wordt wel kritisch beoordeeld of terugleggen noodzakelijk is. Hoe minder onderbrekingen als deze in het ontwerp, des te doelmatiger wordt het beheer- en onderhoud van de dijk.

Wel van onderscheid tussen de varianten is het onderhouden en het dijklichaam. Bij een dijk in grond is dat gemakkelijker dan een dijk met een ruimtebesparende oplossing als een damwand. Van een damwand is het beoordelen van de onderhoudsstaat ingewikkelder, omdat die in de grond zit. Ook zijn taluds bij toepassing van een damwand meestal steiler en hiermee minder goed te onderhouden. Dit is de reden dat voor het thema beheer en onderhoud er een voorkeur is voor de variant met de buitenwaartse asverschuiving boven de variant met de ruimtebesparende oplossing.

Voor de dijk wordt een onderhoudsplan opgesteld. Belangrijke aspecten voor de beheerbaarheid van de waterkering zijn de toegankelijkheid van de dijk en het aantal niet waterkerende objecten in de dijk. Tabel 18-1 beschrijft hoe in het VO wordt omgegaan met dijktaluds en beheerstroken.

 

Uitgangspunten
In het vergunningenontwerp zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Het uitgangspunt is dat de beheerstrook aan de binnenzijde van de waterkering 5 meter breed is en gesitueerd is op de steunberm. De beheerstrook aan de buitenzijde is 4 meter breed en is gesitueerd aan de buitenteen van de dijk. Het binnen- en buitentalud hebben in principe een helling van 1:3
  • Er is nog geen medegebruik van de binnenbermen toegepast in het ontwerp. Hiervoor zijn wel verkennende gesprekken gevoerd. Verwachting is dat medegebruik qua investeringskosten kostenneutraal zal uitwerken t.o.v. een traditionele berm. Op een redelijk aantal locaties is er draagvlak voor medegebruik.

Effectbeoordeling

Mitigerende maatregelen

Om het dijkversterkingsontwerp uitvoerbaar te maken is in het ontwerp rekening gehouden met maatregelen die negatieve effecten beperken. Aanvullende mitigerende en/of compenserende maatregelen zijn daarom niet voorzien.