Het beoogde doel van de nieuwe vaarverbinding is het uitbreiden van de vaarmogelijkheden, verkorten van de vaartijden en brengen van meer variatie in het gebied. Er zijn drie manieren waarop in het MER gekeken is naar het behalen van deze doelen: (1) hoeveel extra vaartochten levert een alternatief potentieel op, (2) wat zijn de maatschappelijke baten die worden verwacht en (3) welke kosten staan hier tegenover. In de tabellen hieronder is het onderscheid tussen de alternatieven op deze drie punten gevisualiseerd. Op basis van deze drie onderdelen kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

  • Het nulplusalternatief levert nauwelijks extra vaartochten op (minder dan 5%) en derhalve ook nauwelijks maatschappelijke baten. De kosten voor de capaciteitsuitbreiding van de Raaisluis en Mijndense sluis zijn om die reden niet berekend, maar zullen in vergelijking met de kosten voor de andere alternatieven relatief hoog zijn in verhouding tot het doelbereik.  
     
  • De route door de Vecht levert een toename van het aantal vaartochten per jaar op van tussen de 5% en 10%. Daar staat echter tegenover dat deze route aanzienlijk meer kost dan de overige routes (3 tot 4x zoveel). De te verwachten maatschappelijke baten zijn minimaal en worden alleen op microniveau verwacht.
     
  • De routes door de Vuntus en door de Loenderveense Plas Oost hebben een vergelijkbare meerwaarde als het gaat om het aantal extra vaartochten (tussen de 10% en 20%). Deze toename zorgt er ook voor dat zowel op micro als op meso en macro niveau baten worden verwacht voor de gehele recreatiesector (respectievelijk €270.000, €1.800.000 en €4.000.000 – €10.000.000 per jaar). Daar staat tegenover dat de projectkosten om te komen tot een bevaarbare vaarverbinding worden geschat op ruim €6.000.000 tot bijna €12.000.000. De grootste verschillen hierin ontstaan door het isoleren van een deel van de route (’t Hol) en de realisatie van een afscheidingsdam (Loenderveense Plas Oost).

    Kanttekening bij het alternatief Vuntus via Loenderveense Plas Oost is dat deze in beginsel te maken heeft met de beperking van de bestaande doorgang door de Oud-Loosdrechtsedijk. Dit resulteert in circa 20% minder vaartochten per jaar in vergelijking met dezelfde route zonder breedtebeperking. De aanpassing van de bestaande doorgang (Horregat) of realisatie van een nieuwe doorgang zal extra directe bouwkosten met zich meebrengen Naast de extra bouwkosten is er ook een ruimtelijke afweging te maken. Het aanpassen van de bestaande doorgang of de realisatie van een nieuwe doorgang zal fysiek zeer lastig zijn.  
Samenvatting resultaten vaartochten per jaar
Samenvatting resultaten maatschappelijke baten
Samenvatting resultaten kosten (realisatie en beheer)