
Deze route loopt vanuit de Wijde Blik via het Moleneind naar de Vuntus. Voor de doorsteek van het Moleneind worden twee varianten onderzocht. De meest noordelijke variant kruist het Moleneind ter hoogte van de jachthaven “de Wijde Blick”. De zuidelijke variant kruist het Moleneind tussen Moleneind 80 en 84 door, circa 50 m ten noorden van de Kromme Rade. Hiermee worden twee uitersten onderzocht, maar een doorsteek daar tussen in is in de praktijk ook mogelijk.
In zowel de Wijde Blik als de Vuntus worden geleidingsmaatregelen getroffen om de oevers te beschermen, waardoor de oever- en watervegetatie zich beter kan ontwikkelen c.q. minder wordt beschadigd. Om het Moleneind te passeren wordt een vaarduiker aangelegd. Bij de passage van de Kromme Rade wordt, in verband met het peilverschil tussen ‘t Hol en de Vuntus, een sluis met beperkte schutverliezen aangelegd, zodat wateruitwisseling zo veel mogelijk wordt beperkt. De sluis krijgt een capaciteit van 20 x 4 m en over de sluis wordt een vaste brug voor wandelaars aangelegd. De watergang in ‘t Hol langs de Kromme Rade en het Moleneind wordt volledig geïsoleerd van het oppervlaktewatersysteem van ’t Hol. Dat betekent dat de Vuntus en de Wijde Blik wel worden verbonden door de nieuwe vaarverbinding, maar niet in verbinding staan met ’t Hol. De isolatie aan de westzijde betekent voor een aantal watergangen dat ze nu in oostelijke en noordelijke richting water gaan afvoeren. De verbindingen zijn al in het gebied aanwezig. De watergang tussen de woning aan Moleneind 82 en het trilveen is over een lengte van circa 20 m vrij smal (op het smalste punt is de watergang circa 2,8 m breed). Aan beide zijden van deze watergang wordt beschoeiing op palen aangebracht en wordt een ondoorlatende kleilaag aangebracht (20-40 cm dik). De beschoeiing die in het water staat (feitelijk een scheidende damwand) voorkomt dat de oever wordt aangetast door golfwerking en “invaren”, maar laat wel de grondwaterstroming en de uitwisseling van oppervlaktewater via de oever van het trilveen intact. De beschoeiing staat op 0,2 m afstand van het trilveen. De vaarroute door ’t Hol wordt verdiept van 0,6 m tot 1,1 m. Voor de doorsteek van de Vuntus naar de Eerste Plas (Loosdrechtse Plassen) wordt gebruik gemaakt van de bestaande doorsteken in de Oud-Loosdrechtsedijk.