Begrippenlijst
Begrip | Toelichting |
Autonome ontwikkelingen | Ontwikkelingen rond de N69 die de komende jaren tot uitvoering worden gebracht, ongeacht of de herontwikkeling van de N69 plaatsvindt. |
Barrièrewerking | Mate waarin de weg een barrière vormt voor mensen en de verspreiding van planten en dieren. |
Beoordelingskader | Overzicht van thema’s en bijbehorende beoordelingscriteria voor de beoordeling van milieueffecten in het MER. |
Bevoegd gezag | Overheidsinstantie die bevoegd is het m.e.r.-plichtige besluit te nemen en die de m.e.r.-procedure organiseert. |
Capaciteit | De hoeveelheid voertuigen die in een bepaalde tijdsperiode kan passeren. |
Circulariteit/Circulaire economie | Een circulaire economie is een economisch systeem van gesloten kringlopen waarin grondstoffen, onderdelen en producten hun waarde zo min mogelijk verliezen, hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt en systeemdenken centraal staat. |
Duurzaamheid | Het uithoudingsvermogen van systemen en processen. Er is sprake van een ideaal evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen. Alle ontwikkelingen die op technologisch, economisch, ecologisch, politiek of sociaal vlak bijdragen aan een gezonde aarde met welvarende bewoners en goed functionerende ecosystemen, zijn duurzaam. |
Ecologie | De leer die zich bezig houdt met het natuurlijk evenwicht en dynamiek van planten en dieren in hun macro- of micro-omgeving. |
Energieneutraal | Een situatie waarbij over een jaar gemeten het energiegebruik van een gebouwd object (woning-gebouw-wijk-kunstwerk-weg e.d.) ten minste nul is: er wordt niet meer energie uit het gas- en elektriciteitsnet gehaald dan er vanuit duurzame bronnen aan wordt toegeleverd. |
Externe veiligheid | Betreft voor het project de risico’s voor de omgeving veroorzaakt door het transport van gevaarlijke stoffen over de weg. |
Gebiedsontsluitingsweg (GOW) | GOW type I is een weg met een afzonderlijke rijbaan per rijrichting, gescheiden door een middenberm. Deze indeling is gelijk aan de wegindeling van de Nieuwe N69. GOW type II is een weg met twee rijstroken (rijrichtingen) op één rijbaan zonder middenberm maar wel met een rijstrookscheiding van 80cm conform het duurzaam veilig principe. |
Geluidhinder | Geluidniveau waarbij mensen geluid/lawaai als hinderlijk ervaren. |
Grenscorridor | Voorloper van het project N69 Zuid met als doel de leefbaarheid in de kernen langs de N69 te verbeteren, uiteindelijk in de vorm van een nieuwe verbinding – Nieuwe N69. De herinrichting van de N69 Zuid is één van de nulplus-maatregelen binnen het project Grenscorridor. |
Groepsrisico | De kans per jaar dat een groep mensen van een bepaalde omvang het slachtoffer is van een ongeval met gevaarlijke stoffen. |
Grondwater | Al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact staat met de bodem of ondergrond. |
HOV | Hoogwaardig Openbaar Vervoer. |
I/C verhouding | Verhouding tussen de intensiteit en de capaciteit van een weg(vak). |
Infiltratie | Het langzaam wegstromen van hemelwater naar het grondwater. |
Infrastructuur | Het geheel aan wegen, vaarwegen, spoorlijnen, leidingen etc. waarlangs iets of iemand wordt verplaatst. |
Initiatiefnemer | Degene die het initiatief neemt om de m.e.r.-procedure te doorlopen. |
Intensiteit | Aantal voertuigen dat in een bepaalde tijdsperiode een bepaald punt passeert. |
Klimaatadaptatie | Aanpassing aan klimaatveranderingen (droogte, hitte, wateroverlast), zodat de kwetsbaarheid voor klimaatverandering verminderd wordt of geprofiteerd wordt van kansen die een veranderend klimaat biedt. |
Kwalitatieve beoordeling | Een beoordeling op basis van deskundigheid (expert judgement). |
Kwantitatieve beoordeling | Beoordeling op basis van berekeningen en cijfers. |
Leefbaarheid | De kwaliteit van de woon- en leefomgeving van mensen en andere organismen. |
Maaiveldligging | De weg ligt op hetzelfde niveau als de aangrenzende gronden, oftewel op maaiveld. |
m.e.r. | Milieueffectrapportage (procedure). |
Milieueffectrapport (MER) | Openbaar document waarin de voorgenomen activiteit en de redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatieven/varianten en de te verwachten gevolgen op het milieu in hun onderlinge samenhang worden beschreven op een systematische en zo objectief mogelijk wijze. |
NRD | Notitie reikwijdte en detailniveau. |
Ontsluiting | Toegang tot een gebouw of gebied. |
Ontwerpsnelheid | Maximaal toegestane snelheid waarop de weg ontworpen wordt. |
Oppervlaktewater | Het zichtbare water, het water in rivieren, sloten, kanalen, meren, vennen, etc. |
Oppervlaktewaterstelsel | Beken en overige waterlopen. |
Plaatsgebonden risico | De plaatsgebonden kans op overlijden per jaar als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, voor een fictief persoon die zich continue en onbeschermd op deze plaats bevindt. |
Plangebied | Het gebied waarbinnen de voorgenomen infrastructurele ontwikkeling gerealiseerd wordt. |
PlanMER | Milieueffectrapport van toepassing bij een besluit over ruimtelijke plannen (zoals een structuurvisie of bestemmingsplan) met als doel om al in de planfase het milieubelang volwaardig af te wegen en strategische afwegingen te kunnen maken. |
ProjectMER | Milieueffectrapport van toepassing bij een besluit over projecten. |
Referentiesituatie | De situatie in 2030 waarbij de herinrichting van de N69 Zuid niet wordt gerealiseerd, maar andere vastgestelde projecten en ontwikkelingen wel. |
Robuustheid | Toekomstbestendigheid van de weg. |
Ruimtebeslag | Het aantal hectare van een gebied (agrarisch, natuur) dat als gevolg van de herontwikkeling van de N69 zal verdwijnen. |
Sluipverkeer | Vaak ongewenste verkeersstromen die ontstaan als gevolg van capaciteitsproblemen (zoals ongevallen of files) op snelwegen of andere belangrijke wegen. Hierdoor wordt het onderliggend wegennet overbelast en ondervinden het lokale verkeer en de omwonenden hinder. |
Stikstofdepositie | Het neerslaan van stikstofoxide of ammoniak op natuur (waaronder Natura-2000), wat schadelijk is voor bepaalde flora en fauna. |
Studiegebied | Het gebied waarbinnen mogelijk effecten te verwachten zijn als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling. |
Verdiepte ligging | De weg ligt lager dan de aangrenzende gronden, beneden maaiveld. |
Verhoogde ligging | De weg ligt hoger dan de aangrenzende gronden, boven maaiveld. |
Versnippering | Het doorsnijden/raken van eerder aaneengesloten gebieden (recreatie, natuur, landbouw) waardoor deze worden verkleind en de onderlinge afstand tussen deze gebieden wordt vergroot (bijvoorbeeld als gevolg van de aanleg van (nieuwe) infrastructuur). |
Voorkeursalternatief | Het alternatief dat de bestuurlijke voorkeur heeft. |
Waterbuffer | Gebied waar in tijden van overvloedige neerslag water tijdelijk vastgehouden kan worden zodat overstromingen voorkomen kunnen worden. |