Leefkwaliteit
Onderstaande tabbladen geven per subthema een omschrijving van de effecten van beide studieconcepten.
Geluid
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
De deels verdiepte ligging zorgt voor een beperktere geluiduitstraling. Ter hoogte van de huidige rotonde bij Borkel en Schaft, waar meerdere woningen gelegen zijn ligt de weg ook nog verdiept. De parallelstructuur tussen Borkel en Schaft en de Maaij zorgt ervoor dat rijbanen met landbouwverkeer dichter bij de woningen komen te liggen. Dit heeft een negatief effect op de geluidbelasting. Het oostwaarts verleggen van de N69 bij het grensgebied zorgt ervoor dat er een grotere afstand zal zijn tot de woningen in het grensgebied. Dit zorgt voor een lagere geluidbelasting op de aanwezige woningen. Ook zullen er enkele woningen moeten verdwijnen door de ontwikkeling. | De deels verdiepte ligging zorgt voor een beperktere geluiduitstraling. Ter hoogte van de huidige rotonde bij Borkel en Schaft, waar meerdere woningen gelegen zijn ligt de weg ook nog verdiept. Doordat de N69 ten behoeve van het behoud van de monumentale bomen tussen Borkel en Schaft en Achterste Brug wordt omgeklapt met het fietspad/parallelbaan, komt de weg dichter bij de aanwezige woningen te liggen. Het oostwaarts verleggen van de N69 bij het grensgebied zorgt ervoor dat er een grotere afstand zal zijn tot de woningen in het grensgebied. Dit zorgt voor een lagere geluidbelasting op de aanwezige woningen. Ook zullen er enkele woningen moeten verdwijnen door de ontwikkeling. |
Voor beide studieconcepten geldt dat bepaalde ingrepen bijdragen aan een verbetering of verslechtering van de geluidbelasting. Alles tegenover elkaar afgewogen wordt er mede als gevolg van de deels verdiepte ligging van de N69 een verbetering van de geluidbelasting verwacht (+).
Luchtkwaliteit
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
De deels verdiepte ligging tussen Kempervennen en Borkel en Schaft zorgt voor een afname van concentraties van luchtverontreinigende stoffen. Voor het grootste deel van de N69 geldt dat het ontwerp niet voor veel relevante wijzigingen in ligging zal zorgen. De weg blijft op maaiveld en grotendeels op het bestaande tracé liggen. Voor het grensgebied geldt dat de rijbaan door de verschuiving in oostelijke richting verder van de gevoelige bestemmingen komt te liggen. De concentraties nemen hier af. Daartegenover staat dat de maximale snelheid hier verhoogd wordt. Dit tegen elkaar afgewogen maakt dat er niet per se een verbeterde luchtkwaliteit verwacht wordt ter plaatse van de woningen in het grensgebied. | De deels verdiepte ligging tussen Kempervennen en Borkel en Schaft zorgt voor een afname van concentraties van luchtverontreinigende stoffen. Voor het grootste deel van de N69 geldt dat het ontwerp niet voor veel relevante wijzigingen in ligging zal zorgen. De weg blijft op maaiveld en grotendeels op het bestaande tracé liggen. Voor het grensgebied geldt dat de rijbaan door de verschuiving in oostelijke richting verder van de gevoelige bestemmingen komt te liggen. De concentraties nemen hier af. Daartegenover staat dat de maximale snelheid hier verhoogd wordt. Dit tegen elkaar afgewogen maakt dat er niet per se een verbeterde luchtkwaliteit verwacht wordt ter plaatse van de woningen in het grensgebied. |
De twee studieconcepten zijn niet onderscheidend en zorgen naar verwachting beide voor een beperkte afname van de concentraties van luchtverontreinigde stoffen (+).
Lichthinder
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Er wordt niet verwacht dat de deels verdiepte ligging tussen Kempervennen en Borkel en Schaft zorgt voor minder lichthinder op gevoelige objecten. Langs de N69 liggen voornamelijk bos- of landbouwpercelen en slechts weinig woningen. Enkel ter hoogte van het grensgebied en de huidige rotonde bij Borkel en Schaft zijn clusters van woningen aanwezig. Voor het tracé ten zuiden van de verdiepte ligging geldt dat er weinig verandert ten opzichte van de referentiesituatie. De wegen blijven op maaiveld liggen en ondanks de licht afwijkende loop van de N69 in het grensgebied wordt er in eerste instantie niet verwacht dat dit effecten zal hebben op lichthinder ten opzichte van de referentiesituatie. | Er wordt niet verwacht dat de deels verdiepte ligging tussen Kempervennen en Borkel en Schaft zorgt voor minder lichthinder op gevoelige objecten. Langs de N69 liggen voornamelijk bos- of landbouwpercelen en slechts weinig woningen. Enkel ter hoogte van het grensgebied en de huidige rotonde bij Borkel en Schaft zijn clusters van woningen aanwezig. Voor het tracé ten zuiden van de verdiepte ligging geldt dat er weinig verandert ten opzichte van de referentiesituatie. De wegen blijven op maaiveld liggen en ondanks de licht afwijkende loop van de N69 in het grensgebied wordt er in eerste instantie niet verwacht dat dit effecten zal hebben op lichthinder ten opzichte van de referentiesituatie. |
In een vervolgfase dient een lichtplan uitgewerkt te worden die rekening moet houden met de NSVV-richtlijn. In deze fase wordt op basis van expert judgement geconcludeerd dat er als gevolg van zowel studieconcept 1 als 2 weinig verandert ten opzichte van de referentiesituatie (0).
Trillingen
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Een verdiepte ligging tussen Kempervennen en Borkel en Schaft zorgt voor een kleine kans op laagfrequente trillingen of geluid in woningen op zanderige grond. Rond het tracé liggen weinig woningen, waardoor er prima eventuele locatie-specifieke maatregelen kunnen worden genomen. Voor het tracé tussen Borkel en Schaft en de grens hebben aanleg en gebruik van de heringerichte weg naar verwachting geen invloed op trillingen. Bovendien liggen er geen woningen dicht bij het tracé. De N69 komt bij het grensgebied verder van de woningen te liggen, waardoor trillingen afnemen. De parallelweg komt dichter bij de woningen, dus daar is een lichte toename te verwachten. | Een verdiepte ligging tussen Kempervennen en Borkel en Schaft zorgt voor een kleine kans op laagfrequente trillingen of geluid in woningen op zanderige grond. Rond het tracé liggen weinig woningen, waardoor er prima eventuele locatie-specifieke maatregelen kunnen worden genomen. Voor het tracé tussen Borkel en Schaft en de grens hebben aanleg en gebruik van de heringerichte weg naar verwachting geen invloed op trillingen. Bovendien liggen er geen woningen dicht bij het tracé. De N69 komt bij het grensgebied verder van de woningen te liggen, waardoor trillingen afnemen. De parallelweg komt dichter bij de woningen, dus daar is een lichte toename te verwachten. |
De studieconcepten zijn niet onderscheidend. Voor zowel studieconcept 1 als studieconcept 2 wordt er als gevolg van de herinrichting geen wezenlijke af- of toename van trillingen verwacht (0).
Externe veiligheid
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Er is een beperkt aantal risicovolle elementen in of nabij het onderzoeksgebied aanwezig. Ter hoogte van de Maaij, net ten noorden van de Belgische grens ligt een tankstation. Hier geldt een risicocontour van 40 meter rond het vulpunt. Voor het hier gesitueerde LPG-reservoir geldt een risicocontour van 25 meter en voor de LPG-afleverinstallatie een risicocontour van 15 meter. Binnen deze contouren bevinden zich geen woningen of kwetsbare objecten. Wel dient er tijdens de aanleg van de verschillende varianten rekening gehouden te worden met deze contouren. Ten zuiden van de rotonde ter hoogte van Borkel en Schaft ligt een transportleiding voor brandstof. Dit is een defensieleiding die aangeduid wordt op de risicokaart. Er geldt voor deze leiding geen risicoafstand (PR 10-6). Wel dient er vooraf aan de werkzaamheden een omgevingsvergunning werk of werkzaamheden aangevraagd te worden, ten behoeve van graafwerkzaamheden rond deze buisleiding. Ten noorden van de nieuwe aansluiting met de Nieuwe N69 ligt een PRB-Leiding met risicocontour. Deze is niet van invloed op de N69 Zuid. Er wordt geconcludeerd dat het plaatsgebonden risico en het groepsrisico niet worden overschreden. Het groepsrisico neemt naar verwachting niet meer dan 10% toe. Omwille hiervan wordt studieconcept 1 neutraal beoordeeld (0). | Er is een beperkt aantal risicovolle elementen in of nabij het onderzoeksgebied aanwezig. Ter hoogte van de Maaij, net ten noorden van de Belgische grens ligt een tankstation. Hier geldt een risicocontour van 40 meter rond het vulpunt. Voor het hier gesitueerde LPG-reservoir geldt een risicocontour van 25 meter en voor de LPG-afleverinstallatie een risicocontour van 15 meter. Binnen deze contouren bevinden zich geen woningen of kwetsbare objecten. Wel dient er tijdens de aanleg van de verschillende varianten rekening gehouden te worden met deze contouren. Ten zuiden van de rotonde ter hoogte van Borkel en Schaft ligt een transportleiding voor brandstof. Dit is een defensieleiding die aangeduid wordt op de risicokaart. Er geldt voor deze leiding geen risicoafstand (PR 10-6). Wel dient er vooraf aan de werkzaamheden een omgevingsvergunning werk of werkzaamheden aangevraagd te worden, ten behoeve van graafwerkzaamheden rond deze buisleiding. Ten noorden van de nieuwe aansluiting met de Nieuwe N69 ligt een PRB-Leiding met risicocontour. Deze is niet van invloed op de N69 Zuid. Er wordt geconcludeerd dat het plaatsgebonden risico en het groepsrisico niet worden overschreden. Het groepsrisico neemt naar verwachting niet meer dan 10% toe. Omwille hiervan wordt studieconcept 2 neutraal beoordeeld (0). |
Er wordt geconcludeerd dat het plaatsgebonden risico en het groepsrisico bij beide studieconcepten niet worden overschreden. Het groepsrisico neemt naar verwachting niet meer dan 10% toe. Omwille hiervan worden beide studieconcepten neutraal beoordeeld (0).
Gezondheid
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Binnen studieconcept 1 worden er geen negatieve effecten verwacht op geluid, luchtkwaliteit, lichthinder, trillingen of externe veiligheid ten opzichte van de referentiesituatie. Er wordt zelfs verwacht dat de herinrichting een positief effect heeft op geluid door wegverkeer en luchtkwaliteit. De weg komt ter hoogte van de grens namelijk verder van de woningen af te liggen. Ter hoogte van Kempervennen wordt bovendien een fiets- en voetgangersverbinding tussen Kempervennen en De Malpie voorzien. De recreatieve verbindingen worden aantrekkelijker en bewegen in de natuur wordt gestimuleerd. In het grensgebied worden extra verbindingen voor fietsers en voetgangers gecreëerd. Dit moet mensen stimuleren om de natuur in te trekken en te bewegen. Er wordt hoogwaardig openbaar vervoer gerealiseerd welke gebruik maakt van de hoofdrijbaan. Dit moet mensen in de dorpen gaan stimuleren om vaker de auto te laten staan en de bus te gebruiken. | Binnen studieconcept 2 worden er geen negatieve effecten verwacht op geluid, luchtkwaliteit, lichthinder, trillingen of externe veiligheid ten opzichte van de referentiesituatie. Er wordt zelfs verwacht dat de herinrichting een positief effect heeft op geluid door wegverkeer en luchtkwaliteit. De weg komt ter hoogte van de grens namelijk verder van de woningen af te liggen. Ter hoogte van Kempervennen wordt bovendien een fiets- en voetgangersverbinding tussen Kempervennen en De Malpie voorzien. De recreatieve verbindingen worden aantrekkelijker en bewegen in de natuur wordt gestimuleerd. In het grensgebied worden extra verbindingen voor fietsers en voetgangers gecreëerd. Dit moet mensen stimuleren om de natuur in te trekken en te bewegen. Er wordt hoogwaardig openbaar vervoer gerealiseerd welke gebruik maakt van de hoofdrijbaan. Dit moet mensen in de dorpen gaan stimuleren om vaker de auto te laten staan en de bus te gebruiken. |
De twee studieconcepten zijn niet onderscheidend. In beide gevallen treden er naar verwachting geen negatieve effecten op als gevolg van geluidbelasting, luchtkwaliteit, trillingen of lichthinder. Bovendien worden recreatieve verbindingen versterkt wat bewoners van het gebied of bezoekers aan moet moedigen om het gebied per fiets of te voet te verkennen. Dit komt ook de gezondheid ten goede. Beide studieconcepten worden dan ook positief (+) beoordeeld.
Ruimtelijk-visuele kwaliteit en belevingswaarde
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Het tracé tussen Kempervennen en Borkel en Schaft wordt binnen dit studieconcept deels verdiept aangelegd. Hierdoor verdwijnt de N69 als het ware uit het landschap. Wel wordt het volledige ruimtebeslag groter door de komst van een volwaardige parallelverbinding in plaats van enkel een fietspad. Er wordt op twee punten de hoogte ingegaan, bij het ecoduct ten zuiden van Kempervennen en de fiets-/voetgangersbrug ter hoogte van Kempervennen. Aangezien het ecoduct een natuurlijke uitstraling krijgt wordt er niet verwacht dat dit een grote impact heeft op de belevingswaarde. De aanwezigheid van vele natuurwaarden wordt naar verwachting juist beter beleefbaar met dit ecoduct. Het knooppunt bij de huidige rotonde Borkel en Schaft is wel ingrijpend en heeft een belangrijke impact op de ruimtelijk-visuele kwaliteit van het landschap en de belevingswaarde. Tussen Borkel en Schaft en de Maaij verandert er weinig ten opzichte van de referentiesituatie. De N69 blijft op maaiveld en ten westen komt een parallelstructuur, op de plek van het huidige vrijliggende fietspad. De voetgangersbrug zorgt voor een aangenamere oversteek voor gebruikers en een beperktere beleving van de weg. De tunnel bij Achterste Brug zorgt ook voor het opheffen van de barrièrewerking van de weg. Echter, door het behoud van de N69 op de huidige plek moeten de monumentale bomen plaatsmaken voor een verbrede N69. Het nieuw te realiseren ecoduct ten zuiden van Achterste Brug zorgt er voor dat beide delen van Natura 2000-gebied De Plateaux Hageven beter ervaren worden als één geheel. De belevingswaarde van dit gebied wordt dan ook vergroot. De nieuwe ligging van de N69 ter hoogte van de grens, afgezonderd van de parallelstructuur, zorgt ervoor dat de belevingswaarde voor gebruikers van het grensgebied verbeterd wordt. Functies zijn veiliger te bereiken door de afname in verkeer. De maaiveldligging zorgt er voor dat de weg niet het zicht naar Natura 2000 ontneemt. Dit zicht is in de referentiesituatie ook maar beperkt aanwezig. | Het tracé tussen Kempervennen en Borkel en Schaft wordt binnen dit studieconcept deels verdiept aangelegd. Hierdoor verdwijnt de N69 als het ware uit het landschap. Wel wordt het volledige ruimtebeslag groter door de komst van een volwaardige parallelverbinding in plaats van enkel een fietspad. Er wordt op twee punten de hoogte ingegaan, bij het ecoduct ten zuiden van Kempervennen en de fiets-/voetgangersbrug ter hoogte van Kempervennen. Aangezien het ecoduct een natuurlijke uitstraling krijgt wordt er niet verwacht dat dit een grote impact heeft op de belevingswaarde. De aanwezigheid van vele natuurwaarden wordt naar verwachting juist beter beleefbaar met dit ecoduct. De ongelijkvloerse kruising ter hoogte van de huidige rotonde Borkel en Schaft verschilt weinig met de bestaande situatie. Door de verdiepte ligging van de N69 hoeft de Bergeijksedijk hier niet verhoogd te worden aangelegd. De parallelweg komt tussen Borkel en Schaft en Achterste Brug op de plaats van de huidige weg te liggen. De N69 zal hierdoor het bestaande tracé van het fietspad volgen. Dit zorgt er voor dat de monumentale bomen langs de weg behouden kunnen blijven. Bij Achterste Brug wordt een knooppunt gerealiseerd met een op- en afrit naar de N69. Dit knooppunt is ingrijpend en heeft een belangrijke impact op de ruimtelijk-visuele kwaliteit van het landschap en de belevingswaarde. In zuidelijke richting zorgt de nieuwe parallelstructuur voor een ruimtebeslag op Natura 2000, waardoor de beide zijden van dit gebied verder van elkaar af komen te liggen. Wel wordt er ook in deze variant een ecoduct gerealiseerd. Het nieuw te realiseren ecoduct zorgt er voor dat beide delen van Natura 2000-gebied De Plateaux Hageven beter ervaren worden als één geheel. De belevingswaarde van dit gebied wordt dan ook vergroot. De nieuwe ligging van de N69 ter hoogte van de grens, afgezonderd van de parallelstructuur, zorgt ervoor dat de belevingswaarde voor gebruikers van het grensgebied verbeterd wordt. Functies zijn veiliger te bereiken door de afname in verkeer. De maaiveldligging zorgt er voor dat de weg niet het zicht naar Natura 2000 ontneemt. Dit zicht is in de referentiesituatie ook maar beperkt aanwezig. |
Beide studieconcepten hebben een impact op de ruimtelijk-visuele kwaliteit van het landschap en de belevingswaarde. De ecoducten dragen in positieve zin bij aan het beleven van omliggende waarden. De grootschalige uitwisselpunten ter hoogte van Borkel en Schaft (studieconcept 1) en Achterste Brug (studieconcept 2) zorgen juist voor een negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit. Dit alles tegen elkaar afgewogen resulteert in een neutrale beoordeling (0) van beide studieconcepten.
Bereikbaarheid en vitaliteit kernen en buitengebied
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Binnen dit studieconcept is het voor verkeer vanuit België en Valkenswaard nog altijd goed mogelijk om de kernen Bergeijk en Borkel en Schaft te bereiken. Het kruispunt bij Borkel en Schaft wordt in stand gehouden. Hierdoor is het voor sluipverkeer wel nog altijd mogelijk om via Bergeijk richting de A67 te rijden. Lommel is enkel vanuit België goed te bereiken. Vanuit Valkenswaard is er geen afslag naar de N715 richting Lommel. De bereikbaarheid van deze kern wordt daarom in negatieve zin beïnvloed. De vitaliteit van de kernen hangt daarentegen niet enkel af van de bereikbaarheid. Sluipverkeer is ook een belangrijke factor voor de vitaliteit, evenals de aanwezigheid van recreatieve waarden, voorzieningen en de inzet van eigen bewoners. Het sluipverkeer naar Bergeijk wordt weggenomen van de Maaij, waardoor het voor verkeer vanuit België interessanter is om via de Westparallel te rijden. Enkel de bereikbaarheid van Lommel gaat er op achteruit. De directe verbinding met Achterste Brug en de parkeerplaats bij De Plateaux Hageven verdwijnt, waardoor het buitengebied minder goed bereikbaar gaat zijn. Daarnaast doorsnijdt dit studieconcept het grensgebied waardoor meerdere bestaande functies ten oosten van de N69 zullen moeten verdwijnen. | Binnen studieconcept 2 is het voor verkeer vanuit België en Valkenswaard mogelijk om bij Achterste Brug af te slaan richting alle kernen (Bergeijk, Lommel en Borkel en Schaft). Het kruispunt ligt tussen de twee bestaande routes naar Bergeijk. Dit zorgt er voor dat het verkeer zoveel mogelijk richting Valkenswaard gestuurd wordt, maar garandeert een verbinding met de bestaande kernen. Verkeer moet echter wel omrijden en de bereikbaarheid van de kernen wordt in zekere make in negatieve zin beïnvloed. De vitaliteit van de kernen hangt daarentegen niet enkel af van de bereikbaarheid. Sluipverkeer is een belangrijke factor voor de vitaliteit, evenals de aanwezigheid van recreatieve waarden en voorzieningen. Aangezien de bereikbaarheid slechts beperkt wordt beïnvloed en voor alle kernen relatief in gelijke mate, zal de vitaliteit in de kernen eerder positief beïnvloed worden door het planvoornemen. Sluipverkeer neemt af en een uitbreiding van het recreatieve netwerk door de komst van betere oversteekmogelijkheden over de N69 zal een aantrekkende werking hebben op fietsers en voetgangers. De vitaliteit van een kern is daarnaast sterk afhankelijk van de inzet van de eigen bewoners, welke naar verwachting juist versterkt wordt door het afnemen van sluipverkeer. Wel doorsnijdt dit studieconcept het grensgebied waardoor meerdere bestaande functies ten oosten van de N69 zullen moeten verdwijnen. |
Alles tegen elkaar afgewogen zorgt ervoor dat studieconcept 1 beperkt negatief (–) beoordeeld wordt omwille van de locatie van het enige uitwisselpunt ter hoogte van Borkel en Schaft en de effecten daarvan op sluipverkeer en bereikbaarheid van Lommel. Studieconcept 2 wordt neutraal (0) beoordeeld aangezien de aansluiting bij Achterste Brug aantrekkelijker is met het oog op sluipverkeer en beter bereikbaar is vanaf de N715 richting Lommel. Wel wordt het grensgebied doorsneden door de N69 waardoor bestaande functies ten oosten van de weg moeten verdwijnen. Dit laatste geldt ook voor studieconcept 1.
Meekoppelkansen
Er zijn verschillende initiatieven in de omgeving die mogelijk meegenomen kunnen worden binnen het project. Deze zijn in een vroeg stadium benoemd door de betrokken bevoegde gezagen (zie hoofdstuk 5.5.2.3, bijlage 3).
De initiatieven genoemd in bijlage 3 welke effecten kunnen ondervinden als gevolg van het planvoornemen van studieconcept 1 of 2 zijn als volgt:
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
1. Als nulplusmaatregel binnen het project voor de Grenscorridor wordt het tegengaan van sluipverkeer op de Fressevenweg genoemd. Deze weg is het verlengde van de Bergeijksedijk. Binnen studieconcept 1 geldt dat de Bergeijksedijk nog altijd gebruikt kan worden als sluiproute richting Bergeijk. Het meekoppelen van sluipverkeerwerende maatregelen wordt ook hier als kansrijk gezien, echter is nader onderzoek mogelijk in welke vorm dit kan plaatsvinden. 2. Wat betreft de economische impuls van Achterste Brug maakt studieconcept 1 Achterste Brug minder toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. door enkel bij Borkel en Schaft een uitwisselpunt in te richten tussen N69 en onderliggend wegennet. Het planvoornemen heeft dan ook een negatief effect op dit initiatief. | / |
Alle andere initiatieven zijn mee te koppelen met de heraanleg van de N69 of ondervinden geen hinder door de voorgenomen ontwikkeling. Omwille van bovenstaande wordt studieconcept 1 neutraal (0) beoordeeld, de meeste initiatieven (in totaal 20) zijn namelijk goed mee te koppelen. Studieconcept 2 wordt positief beoordeeld (+) aangezien elk initiatief mee te koppelen valt en geen hinder ondervindt als gevolg van het planvoornemen.