Omgeving
Onderstaande tabbladen geven per subthema een omschrijving van de effecten van beide studieconcepten.
Natura 2000-gebieden
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Het ruimtebeslag van de heringerichte N69 bedraagt voor het Nederlandse grondgebied 5,5 hectare. Op het Belgische deel van het Natura 2000-gebied is er een direct ruimtebeslag van ongeveer 1,6 hectare. Door versnippering als gevolg van de doorsnijding van Natura 2000-gebied is er nog een extra ruimtebeslag op Belgisch grondgebied van ongeveer 0,3 hectare. De herinrichting van de N69 heeft daarmee een totaal ruimtebeslag van circa 7,5 hectare. Dit relatief grote ruimtebeslag heeft deels te maken met de nieuwe boogstraal van de bocht bij de afslag naar de N715. Om de snelheid van 80 km/u te garanderen is een flauwere bocht noodzakelijk voor de verkeersveiligheid. Er is op basis van het beheerplan naar alle waarschijnlijkheid geen sprake van een aantasting van habitattypen of leefgebied van kwalificerende soorten. Alhoewel een ecoduct normaliter positief zal zijn voor het Natura 2000-gebied, moet dit wel nader beschouwd worden. Het ecoduct wordt niet genoemd in het beheerplan, hierdoor is er sprake van ruimtebeslag en moet deze getoetst en vergund worden. | Het ruimtebeslag van de heringerichte N69 bedraagt voor het Nederlandse grondgebied 5,7 hectare. Op het Belgische deel van het Natura 2000-gebied is er een direct ruimtebeslag van ongeveer 1,6 hectare. Door versnippering als gevolg van de doorsnijding van Natura 2000-gebied is er nog een extra ruimtebeslag op Belgisch grondgebied van ongeveer 0,3 hectare. De herinrichting van de N69 heeft daarmee een totaal ruimtebeslag van circa 7,6 hectare. Dit relatief grote ruimtebeslag heeft deels te maken met de nieuwe boogstraal van de bocht bij de afslag naar de N715. Om de snelheid van 80 km/u te garanderen is een flauwere bocht noodzakelijk voor de verkeersveiligheid. Er is op basis van het beheerplan naar alle waarschijnlijkheid geen sprake van een aantasting van habitattypen of leefgebied van kwalificerende soorten. Alhoewel een ecoduct normaliter positief zal zijn voor het Natura 2000-gebied, moet dit wel nader beschouwd worden. Het ecoduct wordt niet genoemd in het beheerplan, hierdoor is er sprake van ruimtebeslag en moet deze getoetst en vergund worden. |
De twee studieconcepten hebben beiden een groot ruimtebeslag op het Natura 2000-gebied Plateaux-Hageven. Het verschil tussen beide studieconcepten is klein en bedraagt ongeveer 1500 m2. Het ruimtebeslag is danig groot dat beide studieconcepten als negatief worden beoordeeld (–). De studieconcepten zorgen door de komst van twee ecoducten wel voor een betere verbinding van beide weghelften voor overstekend wild.
Stikstofdepositie
In deze fase worden de twee studieconcepten nog niet doorgerekend wat stikstofdepositie betreft. De onderzoeksvarianten (zie bijlage 3, paragraaf 5.2.1.2) geven een eerste beeld van de stikstofdepositie als gevolg van het planvoornemen. Studieconcept 1 heeft met name raakvlakken met variant B voor tracédeel 1 en 3 en variant C voor studieconcept 2. Studieconcept 2 heeft voor tracédeel 1 en 2 het meeste raakvlakken met variant A en voor tracédeel 3 met variant B. In een volgende fase worden de varianten die meegenomen worden richting het MER doorgerekend o.b.v. de laatste uitgangspunten van de provincie Noord-Brabant en de nieuwste Aerius-calculator. De kans is aanwezig dat de uitkomsten van deze nieuwe calculator negatiever uitkomen dan de uitkomsten van de eerdere versie die gebruikt is voor het berekenen van de stikstofdepositie van de drie onderzoeksvarianten.
Naar verwachting zal de toename van stikstofdepositie > dan 0,00 mol N/ha/jaar zijn. Maar mogelijk kan interne saldering, ecologische beoordeling, passende beoordeling of ADC-toets een uitkomst bieden om effecten te beperken. Omwille hiervan worden beide varianten negatief (–) beoordeeld.
Beïnvloeding NNB
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Het ruimtebeslag op Natuurnetwerk Brabant op Nederlands grensgebied bedraagt voor het gehele tracé ongeveer 19,5 hectare. Dit is inclusief het ruimtebeslag op Natura 2000-gebied welke ook onderdeel uitmaakt van Natuurnetwerk Brabant en de twee ecoducten welke beiden binnen NNB vallen. Wanneer deze ecoducten niet worden meegerekend is het ruimtebeslag 16,1 hectare. Wanneer hier ook nog het deel dat overlapt met Natura 2000 gebied van afgehaald wordt bedraagt het ruimtebeslag op NNB 8,7 hectare. Studieconcept 1 heeft een direct ruimtebeslag van 1,7 hectare op het Belgische VEN/IVON, welke eveneens overlapt met Natura 2000-gebied. Bovendien vindt er een versnippering plaats van eveneens 1,7 hectare, wat het ruimtebeslag op een totaal van 3,4 hectare brengt. Het totale ruimtebeslag op NNB & VEN/IVON samen bedraagt circa 19,5 hectare (incl. overlap van Natura 2000-gebied, excl. ecoducten). | Het ruimtebeslag op Natuurnetwerk Brabant op Nederlands grensgebied bedraagt voor het gehele tracé ongeveer 16,9 hectare. Dit is inclusief het ruimtebeslag op Natura 2000-gebied welke ook onderdeel uitmaakt van Natuurnetwerk Brabant en de twee ecoducten welke beiden binnen NNB vallen. Wanneer deze ecoducten niet worden meegerekend is het ruimtebeslag 13,5 hectare. Wanneer hier ook nog het deel dat overlapt met Natura 2000 gebied van afgehaald wordt bedraagt het ruimtebeslag op NNB 9,2 hectare. Studieconcept 2 heeft een direct ruimtebeslag van 1,7 hectare op het Belgische VEN/IVON, welke eveneens overlapt met Natura 2000-gebied. Bovendien vindt er een versnippering plaats van eveneens 1,7 hectare, wat het ruimtebeslag op een totaal van 3,4 hectare brengt. Het totale ruimtebeslag op NNB & VEN/IVON samen bedraagt circa 16,9 hectare (incl. overlap van Natura 2000-gebied, excl. ecoducten). |
Beide studieconcepten kennen een groot ruimtebeslag op gebieden binnen Natuurnetwerk Brabant en VEN/IVON. Het betreft hier ook grotendeels een overlap met Natura 2000-gebied Plateaux-Hageven. Beide studieconcepten hebben een negatief effect op omliggende natuurwaarden (–). De studieconcepten zorgen door de komst van twee ecoducten wel voor een betere verbinding van beide weghelften voor overstekend wild.
Beïnvloeding (beschermde) soorten flora en fauna
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Fysieke aantasting van beschermde planten en/of verblijfplaatsen en/of functioneel leefgebied van beschermde diersoorten is op voorhand niet uit te sluiten. In de omgeving van het plangebied komen beschermde planten, vogels, zoogdieren, vleermuizen, libellen, vlinders, amfibieën en reptielen voor. Er is echter niet op voorhand te bepalen in welke mate effecten op zullen treden. | Fysieke aantasting van beschermde planten en/of verblijfplaatsen en/of functioneel leefgebied van beschermde diersoorten is op voorhand niet uit te sluiten. In de omgeving van het plangebied komen beschermde planten, vogels, zoogdieren, vleermuizen, libellen, vlinders, amfibieën en reptielen voor. Er is echter niet op voorhand te bepalen in welke mate effecten op zullen treden. |
Nader specialistisch onderzoek moet uitwijzen in welke mate effecten op zullen treden. Aangezien er in deze fase nog geen specialistisch onderzoek is geweest naar de specifieke soorten die hier voor komen en beïnvloed kunnen worden, zijn de twee studieconcepten niet onderscheidend (–).
Landbouw
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Het ruimtebeslag van studieconcept 1 op agrarische gronden bedraagt circa 7,11 hectare. Het ruimtebeslag is grotendeels het gevolg van de komst van het nieuwe kruispunt bij Borkel en Schaft. De op- en afrit van de parallelstructuur neemt een deel van het zuidwestelijk gelegen perceel in. Ter hoogte van de grens is er sprake van een versnippering van ongeveer 161 m2. Deze gronden zijn hierdoor niet rendabel meer voor agrarische doeleinden. Het totale ruimtebeslag aan agrarische grond bedraagt hierdoor circa 7,13 hectare. | Het ruimtebeslag van studieconcept 2 op agrarische gronden bedraagt 5,11 hectare. Dit heeft grotendeels te maken met de komst van een ongelijkvloers uitwisselpunt ter hoogte van Achterste Brug. Ter hoogte van de grens is er sprake van een versnippering van ongeveer 161 m2. Deze gronden zijn hierdoor niet rendabel meer voor agrarische doeleinden. Het totale ruimtebeslag aan agrarische grond bedraagt hierdoor circa 5,13 hectare. |
Het ruimtebeslag van studieconcept 1 is als gevolg van het uitwisselpunt bij Borkel en Schaft aanzienlijk groter dan studieconcept 2. Aangezien het totale ruimtebeslag voor beide studieconcepten over het gehele tracé gezien groot is maar niet zorgt voor bijkomende grote versnipperingen worden beide studieconcepten negatief (–) beoordeeld.
Klimaat
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Groter wordend risico op droogte en meer kans op bermbranden. Viaducten over de N69 (fietsbruggen, ecoducten, kruising Borkel en Schaft) kunnen als gevolg van hitte uitzetten, met schade tot gevolg. Bij het uitwisselpunt bij Borkel en Schaft kan water lokaal in de groene oksel van de op- en afrit naar de Bergeijksedijk worden gebufferd en infiltreren. Het hemelwater kan hier tijdelijk gebufferd worden en langzaam infiltreren in de bodem. Op deze manier wordt het grondwater lokaal aangevuld en wordt er rekening gehouden met steeds vaker voorkomend extreem weer. De bermgreppel wordt breder ten opzichte van de referentiesituatie, met meer buffercapaciteit tot gevolg. De deels verdiepte ligging van deze variant zorgt plaatselijk voor minder infiltratiemogelijkheden. De monumentale bomen maken in dit studieconcept plaats voor de heringerichte N69. Dit zijn diepgewortelde bomen en dienen dan ook gecompenseerd te worden met diep-wortelende bomen. Hevige windstoten en valwind zal bomen langs de weg die niet diep wortelen sneller omverblazen. Het is daarnaast belangrijk de oude gehandhaafde bomen langs het tracé te controleren op de gezondheid. De herinrichting van de weg biedt kansen om de bermen een extra bufferende functie mee te geven zodat al het water dat op het wegdek valt lokaal kan infiltreren. | Groter wordend risico op droogte en meer kans op bermbranden. Viaducten over de N69 (fietsbruggen, ecoducten, kruising Borkel en Schaft) kunnen als gevolg van hitte uitzetten, met schade tot gevolg. De oksels van het op- en afrittencomplex bij Achterste Brug kunnen ingezet worden als waterbuffer, waarin piekbuien kunnen worden opgevangen en langzaam kunnen infiltreren naar het grondwater. Op deze manier wordt het grondwater lokaal aangevuld en wordt er rekening gehouden met steeds vaker voorkomend extreem weer. De bermgreppel wordt breder ten opzichte van de referentiesituatie, met meer buffercapaciteit tot gevolg. De deels verdiepte ligging van deze variant zorgt plaatselijk voor minder infiltratiemogelijkheden. Binnen dit studieconcept blijven de monumentale bomen behouden. Het is belangrijk de oude (monumentale) bomen langs het tracé te controleren op de gezondheid. |
De twee studieconcepten zijn beperkt onderscheidend van elkaar. Rond de weg en met name de kunstwerken zijn er kansen om water lokaal te bufferen tijdens nattere periodes. Het bufferen van hemelwater komt ten goede aan drogere periodes. Aangezien de monumentale bomen binnen studieconcept 2 zoveel mogelijk behouden blijven hoeft er geen compensatie van diepwortelende bomen plaats te vinden. De verschillen tussen de twee studieconcepten op gebied van klimaatadaptatie zijn zeer beperkt. Omwille hiervan worden beide studieconcepten positief (+) beoordeeld.
Energie
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Met name tussen Borkel en Schaft en Achterste Brug zijn er kansen voor de opwek van duurzame energie. Hier liggen veel landbouwgronden waar meervoudig ruimtegebruik een plaats kan krijgen. De N69 wordt voor de rest omgeven door bosrijke gebieden met weinig ruimte voor grootschalige opwek van duurzame energie. Voor wat betreft het combineren van de energietransitie met andere ambities in het gebied wordt er van uitgegaan dat circulariteit als belangrijk energie-gerelateerd vraagstuk aan het einde van dit decennium gestandaardiseerd is. | Met name tussen Borkel en Schaft en Achterste Brug zijn er kansen voor de opwek van duurzame energie. Hier liggen veel landbouwgronden waar meervoudig ruimtegebruik een plaats kan krijgen. De N69 wordt voor de rest omgeven door bosrijke gebieden met weinig ruimte voor grootschalige opwek van duurzame energie. Voor wat betreft het combineren van de energietransitie met andere ambities in het gebied wordt er van uitgegaan dat circulariteit als belangrijk energie-gerelateerd vraagstuk aan het einde van dit decennium gestandaardiseerd is. |
Op vlak van energie liggen de kansen voornamelijk bij de uiteindelijke uitwerking van het ontwerp en het plan van aanpak. Aangezien de uitvoering in de verre toekomst ligt en innovaties op vlak van energie snel veranderen zijn de twee studieconcepten niet onderscheidend maar worden er wel kansen gezien (+). De kansen voor het opwekken van duurzame energie wordt neutraal beoordeeld omwille van de beperkte vrije ruimte tussen de bossen (enkel tussen Borkel en Schaft en Achterste Brug) (0).
Recreatieve waarden
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
De horeca in Borkel en Schaft is door de heraanleg zeer goed ontsloten. Bezoekers uit de richting van Valkenswaard kunnen de N69 blijven gebruiken en bij het ongelijkvloerse uitwisselpunt de weg verlaten. Het pannenkoekenrestaurant verliest haar directe aansluiting, maar krijgt er een veiligere ontsluiting voor terug via de Dorpsstraat. Recreanten geïnteresseerd in de militaire historie van het gebied kunnen op een veiligere wijze de militaire begraafplaats bezoeken. Dit komt door de overkapping van de N69 ter plaatse van de begraafplaats. De begraafplaats is voor gemotoriseerd verkeer enkel vanuit het noorden bereikbaar, zodat sluipverkeer geweerd wordt. Wandelaars kunnen gebruik maken van de parallelstructuur en de fiets- en voetgangersoversteek naar De Malpie bij Kempervennen. Deze oversteek loopt over een ecoduct en vormt dan ook een aantrekkelijke verbinding. De horecagelegenheden nabij/in Borkel en Schaft als rustpunt voor recreanten blijven toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. Achterste Brug en natuurpoort De Plateaux Hageven zijn enkel via de parallelstructuur te bereiken. Bezoekers vanuit Valkenswaard zullen in dat geval bij Borkel en Schaft de N69 moeten verlaten om vervolgens de parallelweg te gebruiken. Bezoekers afkomstig uit Lommel/Pelt kunnen via de N715 de parallelweg oprijden of omrijden via Borkel en Schaft. De bereikbaarheid van deze voorzieningen gaat er als gevolg van de enkele op- en afrit ter hoogte van Borkel en Schaft op achteruit. De panden aan de oostzijde van de N69/N74 ter hoogte van de Grenscorridor verdwijnen mogelijk als gevolg van de verflauwing van de bocht ter hoogte van de N715. Hiertoe behoren ook enkele horeca- en winkelzaken. Het natuurgebied wordt voor fietsers en voetgangers veiliger en beter ontsloten dan momenteel het geval is, dankzij de vele ongelijkvloerse oversteekplaatsen. | De horeca in Borkel en Schaft is door de ingrepen binnen deze variant minder goed ontsloten. Het vormt nu een rustpunt voor recreanten en is voor gemotoriseerd verkeer vanuit minder richtingen te bereiken. Bezoekers uit de richting van Valkenswaard kunnen de Maastrichterweg of de parallelweg langs de N69 gebruiken. Bezoekers uit het zuiden dienen via Achterste Brug door het achterland te rijden. Ook het pannenkoekenrestaurant verliest haar directe aansluiting. Wandelaars in het gebied kunnen gebruik maken van de parallelstructuur en de fiets- en voetgangersoversteek naar De Malpie bij Kempervennen. Bezoekers van de Militaire begraafplaats kunnen gebruik maken van de parallelstructuur. Er is ter hoogte van de begraafplaats een keerlus voorzien, zodat bussen met bezoekers gemakkelijk kunnen draaien richting de oprit bij Valkenswaard. Achterste Brug is binnen dit studieconcept zeer goed ontsloten. Dit buurtschap kan naar wens van de gemeente Valkenswaard dienst gaan doen als poort naar natuurgebied De Plateaux Hageven. Het horeca-aanbod kan hier door de komst van een betere ontsluiting uitgebreid worden (er is momenteel geen rustpunt in de vorm van een brasserie of café). Gemotoriseerd verkeer kan de bestaande natuurpoort van De Plateaux Hageven (tegenover het huidige tankstation) enkel bereiken via de parallelstructuur. Gemotoriseerd verkeer op de N69 kan gebruik maken van de nabijgelegen op- en afrit bij Achterste Brug. Dit is de enige op- en afrit van de N69 tussen Valkenswaard en afslag Pelt. De panden aan de oostzijde van de N69/N74 ter hoogte van de Grenscorridor verdwijnen mogelijk als gevolg van de verflauwing van de bocht ter hoogte van de N715. Hiertoe behoren ook enkele horeca- en winkelzaken. Het natuurgebied wordt voor fietsers en voetgangers veiliger en beter ontsloten dan momenteel het geval is, dankzij de vele ongelijkvloerse oversteekplaatsen. |
De verbeterde bereikbaarheid van Borkel en Schaft tegenover de beperkte verbinding met natuurgebied De Plateaux Hageven zorgt voor een neutrale (0) beoordeling van studieconcept 1. Aangezien Achterste Brug en natuurgebied De Plateaux Hageven toegankelijker worden voor recreanten, maar Borkel en Schaft door het wegnemen van een directe verbinding met de N69 minder, wordt studieconcept 2 eveneens neutraal (0) beoordeeld.
Recreatieve verbindingen
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
De meeste recreatieve verbindingen bevinden zich ter hoogte van het grensgebied. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van de natuurpoort naar Plateaux-Hageven. De betrokken partijen in België en Nederland zijn voornemens om meerdere ongelijkvloerse kruisingen te voorzien voor kwetsbare weggebruikers. Op deze manier wordt het natuurgebied optimaal voor recreatief verkeer ontsloten. De hier aanwezige knooppuntenroutes voor wandelen of fietsen worden dan ook niet onderbroken. In het noorden, ter hoogte van de Kempervennendreef wordt er een ongelijkvloerse kruising voor fietsers en voetgangers gerealiseerd. Hiermee wordt de gevaarlijke oversteek bij Kempervennen voor fietsers en voetgangers kwalitatief verbeterd. De oversteek bij Kempervennen maakt tot op heden geen onderdeel uit van het fietsknooppuntennetwerk, maar kan het netwerk mogelijk uitbreiden middels deze ingreep. De oversteek voor voetgangers tussen knooppunt 88 en 58 ligt nu ten noorden van de rotonde bij Borkel en Schaft. Deze oversteek verdwijnt maar kan verplaatst worden naar de ongelijkvloerse kruising welke de rotonde zal vervangen. Deze oversteek wordt hierdoor qua veiligheid verbeterd. Het fietspad aan de westzijde van de N69 wordt opgenomen in de parallelweg, welke ook deels gebruikt wordt door landbouwverkeer. Tussen Borkel en Schaft en de Maaij wordt over de gehele lengte een parallelweg aan de westzijde voorzien. Zowel woon/werk als recreatief fietsverkeer en wandelaars bevinden zich tezamen met het landbouw- en bestemmingsverkeer op deze verbinding. Dit beïnvloedt de verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers in beperkte mate. Ter hoogte van Berkheuvels wordt een fiets- en voetgangerstunnel of loopbrug voorzien om de bestaande recreatieve verbinding te behouden en op te waarderen. Ook Achterste Brug is binnen dit alternatief te bereiken. De parallelstructuur sluit hier aan op een tunnel onder de N69 door. | De meeste recreatieve verbindingen bevinden zich ter hoogte van het grensgebied. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van de natuurpoort naar Plateaux-Hageven. De betrokken partijen in België en Nederland zijn voornemens om meerdere ongelijkvloerse kruisingen te voorzien voor kwetsbare weggebruikers. Op deze manier wordt het natuurgebied optimaal voor recreatief verkeer ontsloten. De hier aanwezige knooppuntenroutes voor wandelen of fietsen worden dan ook niet onderbroken. In het noorden, ter hoogte van de Kempervennendreef wordt er een ongelijkvloerse kruising voor fietsers en voetgangers gerealiseerd. Hiermee wordt de gevaarlijke oversteek bij Kempervennen voor fietsers en voetgangers kwalitatief verbeterd. De oversteek bij Kempervennen maakt tot op heden geen onderdeel uit van het fietsknooppuntennetwerk, maar kan het netwerk mogelijk uitbreiden middels deze ingreep. De oversteek voor voetgangers tussen knooppunt 88 en 58 ligt nu ten noorden van de rotonde bij Borkel en Schaft. Om gemotoriseerd sluipverkeer te ontmoedigen maar de bereikbaarheid van Borkel en Schaft te garanderen wordt er een ongelijkvloerse kruising gerealiseerd welke de bestaande recreatieve verbinding voor fietsers in stand houdt. Het fietspad aan de westzijde van de N69 wordt opgenomen in de parallelweg, welke ook gebruikt wordt door landbouwverkeer. Tussen Borkel en Schaft en de Maaij wordt tot Achterste Brug een parallelweg aan de oostzijde voorzien. Deze parallelweg loopt tussen Achterste Brug en de Maaij aan de westzijde van de N69. Zowel woon/werk als recreatief fietsverkeer en wandelaars bevinden zich tezamen met het landbouw- en bestemmingsverkeer op deze verbinding. Dit beïnvloedt de verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers in beperkte mate. Ter hoogte van Berkheuvels wordt een fiets- en voetgangerstunnel of loopbrug voorzien om de bestaande recreatieve verbinding te behouden en op te waarderen. Ter hoogte van Achterste Brug voorziet de ongelijkvloerse uitwisseling op de N69 een oversteek voor fietsers en voetgangers. |
Voor beide studieconcepten geldt dat de recreatieve verbindingen grotendeels behouden blijven en door de komst van meerdere ongelijkvloerse kruisingen veiliger worden dan in de referentiesituatie. Met name in het zuidelijk gelegen grensgebied is er de wens om veel kruisingen voor fietsers en voetgangers aan te leggen om het natuurgebied Plateaux-Hageven optimaal te ontsluiten voor recreatief verkeer. Ter hoogte van de bestaande oversteek bij Berkheuvels, een belangrijke schakel binnen het knooppuntenroutenetwerk, wordt echter uitgevoerd als loopbrug. Dit draagt daardoor niet bij aan een verbeterde oversteekbaarheid voor fietsers. Echter, de oversteek ligt niet op de fietsknooppuntroute waardoor dit niet gezien kan worden als negatief effect. Dit alles tegen elkaar afgewogen resulteert in een positieve beoordeling (+) van beide varianten.
Landschappelijke gebieden, structuren en elementen
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
De aansluiting bij Borkel en Schaft past niet binnen de huidige structuur en karakteristieken van het open landschap. Voor de aansluiting met de Kempervennen wordt daarnaast een stuk van de bosrijke kamers gekapt. Dit geeft een versnippering in het landschap. De faunapassage maakt een verbinding voor natuur en recreatie. Hierbij zouden nieuwe bomen op de flanken en zelfs op de passage kunnen worden aangeplant om het bos door te trekken. Er wordt geen ruimte voorzien voor behoud van de monumentale bomen ten zuiden van Borkel en Schaft. De verbinding bij Achterste Brug past niet binnen de bestaande structuur, met name het talud past niet binnen het omliggende landschap. Ter hoogte van Berkheuvels wordt een voetgangersbrug voorzien, welke de huidige structuur doorbreekt. Dit past niet binnen het bestaande open landschap. Een verdiepte fiets- en voetgangerstunnel zorgt ten opzichte van de voetgangersbrug niet alleen voor een prettige oversteek, het zorgt ook voor behoud van zicht op het kleinschalige open landschap. Hier dient een weloverwogen keuze in gemaakt te worden. De verflauwing van de bocht tussen N69 en N74 zorgt ervoor dat de weg door het Natuur Netwerk Brabant en VEN loopt. Dit heeft een negatief effect op het behoud van het historische bos en de landschappelijke kwaliteit. De bestaande historische rechtlijnige structuur van het grensgebied binnen dit tracédeel wordt daarnaast niet behouden. De flauwe bocht beperkt de lengte van de rechtlijnige structuur van de N69 tussen Valkenswaard en de N715. Bovendien worden er meerdere ongelijkvloerse verbindingen voor fietsers en voetgangers gerealiseerd. Een viaduct zorgt voor een doorbreking van de huidige structuur. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van fiets- of voetgangerstunnels is dit niet het geval. | De deels verdiepte ligging van de N69 zorgt ervoor dat de nieuwe kruising ter hoogte van Borkel en Schaft geen effect heeft op de landschappelijke structuur van het gebied. Wel maakt de N69 ten zuiden van Borkel en Schaft een knik om de monumentale bomen te kunnen sparen. Dit heeft een negatief effect op de rechtlijnige structuur van de N69 door het landschap. Het uitwisselpunt ter hoogte van Achterste Brug past niet binnen de bestaande structuur omwille van haar dimensies en verhoogde ligging in het landschap. Ter hoogte van Berkheuvels wordt een voetgangersbrug voorzien, welke de huidige structuur doorbreekt. Dit past niet binnen het bestaande open landschap. Een verdiepte fiets- en voetgangerstunnel zorgt ten opzichte van de voetgangersbrug niet alleen voor een prettige oversteek, het zorgt ook voor behoud van zicht op het kleinschalige open landschap. Hier dient een weloverwogen keuze in gemaakt te worden. De verflauwing van de bocht tussen N69 en N74 zorgt ervoor dat de weg door het Natuur Netwerk Brabant en VEN loopt. Dit heeft een negatief effect op het behoud van het historische bos en de landschappelijke kwaliteit. De bestaande historische rechtlijnige structuur van het grensgebied binnen dit tracédeel wordt daarnaast niet behouden. De flauwe bocht beperkt de lengte van de rechtlijnige structuur van de N69 tussen Valkenswaard en de N715. Bovendien worden er meerdere ongelijkvloerse verbindingen voor fietsers en voetgangers gerealiseerd. Een viaduct zorgt voor een doorbreking van de huidige structuur. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van fiets- of voetgangerstunnels is dit niet het geval. |
De knik in de N69 ten behoeve van het behoud van de monumentale bomen zorgen er voor dat studieconcept 2 minder positief beoordeeld wordt dan studieconcept 1. Aangezien voor beide studieconcepten geldt dat de huidige landschappelijke structuur door de komst van meerdere kunstwerken negatief beïnvloed wordt, resulteert dat in een beperkt negatieve (–) beoordeling voor studieconcept 1 en een negatieve (– –) beoordeling van studieconcept 2. Een verlaagde verbinding met Achterste Brug zorgt voor een behoud van bestaande zichtlijnen en een binding met het open landschap. Bij de faunapassage zouden nieuwe bomen op de flanken en zelfs op de passage kunnen worden aangeplant om het bos door te trekken. Dit om de bosrijke kamers rondom de N69 te versterken. Ook kunnen groenstroken worden ingericht om de bestaande groenstructuur door te trekken.
Cultuurhistorische gebieden, structuren en elementen
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
De aansluiting bij Borkel en Schaft past niet binnen de huidige wegstructuur en karakteristieken van de omgeving. Er bestaat een risico dat de historische structuur van onder meer de Dorpsstraat (Kempische As) negatief beïnvloed wordt. De faunapassages bieden kansen om de bosstructuren aan weerszijden van de weg te verbindingen. Tussen Achterste Brug en Borkel en Schaft kunnen de monumentale bomen langs de weg niet behouden blijven. Er is een obstakelvrije zone noodzakelijk die nu geen plaats kan krijgen. De rechtlijnigheid blijft wel behouden. De N69 maakt ter hoogte van het grensgebied een lichte knik, waardoor de huidige historische rechtlijnigheid verdwijnt. Ook waardevolle bosstructuren worden hierdoor aangetast. | Doordat de parallelstructuur tussen Valkenswaard en Borkel en Schaft via de Oude Dorpsstraat naar de Dorpsstraat gaat lopen, wordt de historische structuur deels teruggebracht. De faunapassages bieden kansen om de bosstructuren aan weerszijden van de weg te verbindingen. De monumentale bomen tussen Achterste Brug en Borkel en Schaft blijven behouden doordat de N69 op de huidige locatie van het fietspad komt te liggen. Doordat de parallelweg op de bestaande loop van de N69 komt te liggen zal er een knik komen in de N69 en wordt de rechtlijnigheid niet behouden. Ook de komst van een groot uitwisselpunt ter hoogte van Achterste Brug beïnvloed de cultuurhistorische structuur van de omgeving. De N69 maakt ter hoogte van het grensgebied een lichte knik, waardoor de huidige historische rechtlijnigheid verdwijnt. Ook waardevolle bosstructuren worden hierdoor aangetast. |
Voor beide studieconcepten geldt dat de rechtlijnige cultuurhistorische structuur deels verdwijnt. Voor studieconcept 1 geldt dit voor het grensgebied en de hier nieuw in te richten bocht naar de N74 en voor studieconcept 2 betreft dit zowel de bocht bij het grensgebied als de knik ten behoeve van het behoud van de monumentale bomen. Behoud van de monumentale bomen doch aantasting van de rechtlijnige structuur zorgt ervoor dat de beide studieconcepten negatief (–) beoordeeld worden.
Versterking oppervlaktewaterstelsel (beken en overige waterlopen)
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Het verhard oppervlak neemt beperkt toe ten opzichte van de referentiesituatie en daarmee de afstroming van hemelwater. In de directe omgeving zijn geen leggerwatergangen aanwezig met uitzondering van een aantal B-watergangen. Afstromend (schoon)hemelwater kan lokaal bijdragen aan aanvulling van grondwater wanneer lokaal wordt geïnfiltreerd. Door de deels verdiepte ligging tussen Kempervennen en Borkel en Schaft zal hemelwater daar niet op natuurlijke/duurzame wijze afgevoerd kunnen worden. Naar verwachting zal afstromend hemelwater langs de wegen van nature goed infiltreren, het betreft een droogvallend systeem. Bovendien creëert de aanleg van het nieuwe uitwisselpunt bij Borkel en Schaft ruimte voor waterberging en biodiversiteit. | Het verhard oppervlak neemt beperkt toe ten opzichte van de referentiesituatie en daarmee de afstroming van hemelwater. In de directe omgeving zijn geen leggerwatergangen aanwezig met uitzondering van een aantal B-watergangen. Afstromend (schoon)hemelwater kan lokaal bijdragen aan aanvulling van grondwater wanneer lokaal wordt geïnfiltreerd. Door de deels verdiepte ligging tussen Kempervennen en Borkel en Schaft zal hemelwater daar niet op natuurlijke/duurzame wijze afgevoerd kunnen worden. Naar verwachting zal afstromend hemelwater langs de wegen van nature goed infiltreren, het betreft een droogvallend systeem. Bovendien creëert de aanleg van het nieuwe uitwisselpunt bij Borkel en Schaft ruimte voor waterberging en biodiversiteit. |
De twee studieconcepten zijn niet onderscheidend en zullen naar verwachting geen negatief effecten hebben op het oppervlaktewaterstelsel (0).
Beïnvloeding waterkwaliteit (grondwater en oppervlaktewater)
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Tussen Kempervennen en Achterste Brug wordt de N69 deels verdiept aangelegd. De ondiepe grondwaterstroming zal ter plaatse van de verdiepte ligging stagneren. Tijdelijke effecten op de omgeving zijn te verwachten tijdens de aanleg als gevolg van eventuele voor de uitvoering van de werken nodige grondwateronttrekkingen om de werkzaamheden in den droge uit te kunnen voeren. Mits schoon wordt geen negatieve invloed verwacht op de (grond) waterkwaliteit door afstromend hemelwater. Dit laatste geldt ook voor de rest van het tracé. Een diffuse afstroming via een bermpassage zorgt ervoor dat er geen aanvullende zuivering noodzakelijk is. | Tussen Kempervennen en Achterste Brug wordt de N69 deels verdiept aangelegd. De ondiepe grondwaterstroming zal ter plaatse van de verdiepte ligging stagneren. Tijdelijke effecten op de omgeving zijn te verwachten tijdens de aanleg als gevolg van eventuele voor de uitvoering van de werken nodige grondwateronttrekkingen om de werkzaamheden in den droge uit te kunnen voeren. Mits schoon wordt geen negatieve invloed verwacht op de (grond) waterkwaliteit door afstromend hemelwater. Dit laatste geldt ook voor de rest van het tracé. Een diffuse afstroming via een bermpassage zorgt ervoor dat er geen aanvullende zuivering noodzakelijk is. |
De twee studieconcepten zijn niet onderscheidend en zullen naar verwachting geen negatief effecten hebben op het (grond)waterkwaliteit (0).
Beïnvloeding archeologische waarden
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
De N69 loopt ter hoogte van de huidige rotonde bij Borkel en Schaft door zeer hoog of middelhoog archeologisch waardevol gebied. Het grootste deel kent echter een lage trefkans. Dit betreft het natuurgebied ten westen van De Malpie. De herdimensionering van de rotonde bij Borkel en Schaft vindt plaats in het gebied met de hoogste trefkans, wat als gevolg kan resulteren in de vondst van archeologische waarden tijdens de aanlegfase. Maar op basis van de huidige gegevens zijn er rond de rotonde geen waarnemingen gedaan. Tussen Borkel en Schaft en de Maaij loopt de N69 door zeer hoog of middelhoog archeologisch waardevol gebied. Een deel kent slechts een lage trefkans. Binnen het gebied zijn archeologische vondstcomplexen aanwezig. Zo wordt er een terrein aangeduid ten oosten van de N69. Dit archeologisch monument wordt aangeduid onder het toponiem ‘Hooge Akkers’ en kent een hoge archeologische waarde. Op basis van de huidige gegevens zijn er rond dit tracédeel echter geen waarnemingen gedaan. Het tracé wordt in het grensgebied gekenmerkt als gebied met een lage tot middelhoge trefkans. De middelhoge trefkans betreft gebieden die onderdeel zijn van Natura 2000-gebied De Plateaux Hageven, maar ook de Maaij. Ook rond dit tracé zijn geen waarnemingen gedaan. | De N69 loopt ter hoogte van de huidige rotonde bij Borkel en Schaft door zeer hoog of middelhoog archeologisch waardevol gebied. Het grootste deel kent echter een lage trefkans. Dit betreft het natuurgebied ten westen van De Malpie. De herdimensionering van de rotonde bij Borkel en Schaft vindt plaats in het gebied met de hoogste trefkans, wat als gevolg kan resulteren in de vondst van archeologische waarden tijdens de aanlegfase. Maar op basis van de huidige gegevens zijn er rond de rotonde geen waarnemingen gedaan. Tussen Borkel en Schaft en de Maaij loopt de N69 door zeer hoog of middelhoog archeologisch waardevol gebied. Een deel kent slechts een lage trefkans. Binnen het gebied zijn archeologische vondstcomplexen aanwezig. Zo wordt er een terrein aangeduid ten oosten van de N69. Dit archeologisch monument wordt aangeduid onder het toponiem ‘Hooge Akkers’ en kent een hoge archeologische waarde. Op basis van de huidige gegevens zijn er rond dit tracédeel echter geen waarnemingen gedaan. Het tracé wordt in het grensgebied gekenmerkt als gebied met een lage tot middelhoge trefkans. De middelhoge trefkans betreft gebieden die onderdeel zijn van Natura 2000-gebied De Plateaux Hageven, maar ook de Maaij. Ook rond dit tracé zijn geen waarnemingen gedaan. |
Omwille van de aanduiding als archeologisch waardevol gebied voor het gehele tracé zijn de studieconcepten niet onderscheidend. Geadviseerd wordt om in een vervolgfase een archeologische bureaustudie uit te voeren om beter inzicht te krijgen ten aanzien van het voor komen van archeologisch waardevolle voorwerpen in de bodem. Beide studieconcepten worden beperkt negatief (–) beoordeeld.
Beïnvloeding bodemkwaliteit
Studieconcept 1 | Studieconcept 2 |
Tussen de aansluiting met de nieuwe N69 en Borkel en Schaft liggen twee voormalige stortplaatsen, grenzend aan het tracé. Deze stortplaatsen zijn in het verleden reeds onderzocht (onder NAVOS programma): Locatie NB085800005 ten oosten van het tracé is de voormalige stortplaats Luikerweg (sterk verontreinigd met zware metalen); Ten westen van de N69 in het verlengde van de Oude Dorpsstraat is een voormalige stortplaats (NB085800066) niet onderzocht onder NAVOS en is de kwaliteit onbekend. Bij eventuele bemaling als gevolg van een deels verdiepte ligging dient rekening te worden gehouden met zware metalen in het grondwater. De voormalige stortplaats Luikerweg grenst daarnaast direct aan de N69. Voor het tracé tussen Borkel en Schaft en De Maaij geldt dat ter plaatse van de ontsluitingswegen van de N69 sprake is van voormalige zinkassenwegen. Deze zijn vermoedelijk (deels) gesaneerd. Het is mogelijk dat hier nog restverontreinigingen in de bermen/onder de weg aanwezig zijn met zware metalen. Bij een mogelijke verbreding van ontsluitingswegen moet worden nagegaan of sprake is van restverontreinigingen. Bij het grensgebied zijn enkele erfverhardingen aanwezig met zinkassen (deels gesaneerd, deels nog aanwezig).
| Tussen de aansluiting met de nieuwe N69 en Borkel en Schaft liggen twee voormalige stortplaatsen, grenzend aan het tracé. Deze stortplaatsen zijn in het verleden reeds onderzocht (onder NAVOS programma): Locatie NB085800005 ten oosten van het tracé is de voormalige stortplaats Luikerweg (sterk verontreinigd met zware metalen); Ten westen van de N69 in het verlengde van de Oude Dorpsstraat is een voormalige stortplaats (NB085800066) niet onderzocht onder NAVOS en is de kwaliteit onbekend. Bij eventuele bemaling als gevolg van een deels verdiepte ligging dient rekening te worden gehouden met zware metalen in het grondwater. De voormalige stortplaats Luikerweg grenst daarnaast direct aan de N69. Voor het tracé tussen Borkel en Schaft en De Maaij geldt dat ter plaatse van de ontsluitingswegen van de N69 sprake is van voormalige zinkassenwegen. Deze zijn vermoedelijk (deels) gesaneerd. Het is mogelijk dat hier nog restverontreinigingen in de bermen/onder de weg aanwezig zijn met zware metalen. Bij een mogelijke verbreding van ontsluitingswegen moet worden nagegaan of sprake is van restverontreinigingen. Bij het grensgebied zijn enkele erfverhardingen aanwezig met zinkassen (deels gesaneerd, deels nog aanwezig).
|
Voor beide studieconcepten geldt dat er in de huidige situatie veel vervuilingen aanwezig zijn langs de N69. Bij grondverzet zal hier mee omgegaan moeten worden om verspreiding van bodemvervuiling tijdens de aanleg te voorkomen. Geadviseerd wordt om in een vervolgfase een volledig vooronderzoek uit te voeren conform de NEN 5725. De voormalige stortplaatsen en zinkassenlocaties nabij de N69 kunnen een belemmering vormen voor grondwateronttrekking (bemaling). Dit is met name relevant voor de verdiepte ligging binnen beide studieconcepten. Deze worden dan ook beiden negatief (– –) beoordeeld.