Gezondheid, Leefbaarheid en Milieu

Onder het thema gezondheid, leefbaarheid en milieu vallen verschillende aspecten waarop de drie varianten zijn getoetst. Het betreft hier geluidhinder, luchtkwaliteit, lichthinder, trillingen, externe veiligheid en gezondheid. Hieruit volgen de volgende conclusies:

Slechts op enkele thema’s verschilt de beoordeling van de varianten van elkaar. De grootste verschillen zitten in de geluidbelasting door wegverkeer. Variant C scoort minder positief dan de andere varianten, dit heeft onder andere te maken met de verhoogde ligging van tracédeel 3 waardoor geluid zich over een groter gebied verplaatst. Op het gebied van trillingen en externe veiligheid zijn de varianten niet onderscheidend. Voor luchtkwaliteit en lichthinder geldt er een positieve beoordeling van respectievelijk variant B en variant A. Variant A scoort onder andere positiever voor lichthinder door de aanleg van de tunnel binnen tracédeel 3. Gemiddeld gezien wordt variant B het positiefst beoordeeld.

Gezondheid / Leefbaarheid / Milieu

Nul-alternatief

Variant A

Variant B

Variant C

Beïnvloeding geluid door wegverkeer

0

0

+

Beïnvloeding luchtkwaliteit

0

0

+

0

Lichthinder

0

0

0

0

Trillingen

0

0

0

0

Beïnvloeding externe veiligheid

0

0

0

0

Beïnvloeding gezondheid

0

+

+

+

Onderstaand drop-down menu geeft nadere info over het effect van de varianten op deze thema’s.

Er is voor dit thema gekeken naar het effect op de geluidbelasting ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen. Om dit te bepalen is gebruik gemaakt van Google Earth, cyclomedia, tekeningen van de varianten en de Wet geluidhinder. De volgende criteria zijn gehanteerd:

+ +                 /
+                    de geluidbelasting op omliggende woningen wordt minder;
0                    er verandert weinig t.o.v. de referentiesituatie;
                     de geluidbelasting op omliggende woningen verslechtert;
– –                   /

Conclusies

De tracédelen en varianten zijn voor het onderdeel geluid onderscheidend. De verhoogde ligging binnen variant C heeft een negatief effect op de geluidbelasting van woningen. De tracédelen zijn zeker onderscheidend en de beoordeling van varianten A en B is door de aanwezigheid van (deels)verdiepte liggingen positiever dan variant C. Er wordt geadviseerd om in een vervolgfase na te gaan waar een wettelijke toets (nieuwe aanleg danwel reconstructie onderzoek) plaats moet vinden. 

Geluid

Tracédeel 1

Tracédeel 2

Tracédeel 3

Totaal

Variant A

+

+

0

Variant B

+

0

+

+

Variant C

0

Er is voor dit thema gekeken wat het verwachte effect is op de concentraties luchtverontreinigende stoffen ter hoogte van gevoelige bestemmingen. Dit is gebeurd aan de hand van Google Earth, BAG, tekeningen van de varianten en de Regeling beoordeling luchtkwaliteit. Uitgangspunt/aanname is dat verkeersintensiteiten en samenstelling van verkeer niet substantieel wijzigen ten opzichte van de referentiesituatie. Daarnaast zijn alleen de effecten ten gevolge van de N69 onderzocht. De volgende criteria zijn gehanteerd:

+ +                 /
+                    verslechtering luchtkwaliteit t.o.v. referentiesituatie;
0                    luchtkwaliteit wijzigt nauwelijks t.o.v. referentiesituatie;
                     verbetering luchtkwaliteit t.o.v. referentiesituatie;
– –                   /

Conclusies

Variant B wordt door de deels verdiepte ligging en het verplaatsen van tracédeel 3 verder weg van de woningen het meest positief beoordeeld. Varianten A en C worden gemiddeld gezien gelijk beoordeeld, de tracédelen zijn echter wel onderscheidend. De aanleg van de tunnel heeft zowel een positief effect als een negatief effect op de
luchtkwaliteit, de negatieve beoordeling heeft te maken met de twee tunnelmonden met als gevolg plaatselijk hoge concentraties van luchtverontreinigende stoffen. De tunnel zelf heeft juist een positief effect. Dit tegen elkaar afgewogen zorgt de tunnel voor een neutrale beoordeling binnen variant A. Als gevolg van aanpassing van de infrastructuur zullen verkeersintensiteiten op aansluitende wegen wijzigen. De effecten hiervan op luchtkwaliteit dienen nader onderzocht te worden in een vervolgfase. 

Luchtkwaliteit

Tracédeel 1

Tracédeel 2

Tracédeel 3

Totaal

Variant A

+

0

0

0

Variant B

+

0

+

+

Variant C

0

0

+

0

Lichthinder betreft zaken met te veel licht of waar het lichtplan niet goed is. Te weinig licht valt buiten lichthinder. Er is voor de beoordeling gebruik gemaakt van Google Earth en de NSVV-Richtlijn Lichthinder. De volgende criteria zijn gehanteerd:

+ +                 /
+                    minder lichthinder t.o.v. de referentiesituatie;
0                    de situatie verandert nauwelijks t.o.v. referentiesituatie;
                     meer lichthinder t.o.v. referentiesituatie;
– –                   /

Conclusies

Variant A scoort positiever op tracédeel 3 dan de andere varianten. Dit heeft te maken met de komst van een tunnel binnen dit tracédeel. De andere tracédelen zijn niet onderscheidend en ook de totaalbeoordeling is voor elk van de varianten gelijk. Er wordt geadviseerd om in de MER-fase lichthinder nader te onderzoeken. Het detaillistische lichtplan dat in een vervolgfase moet worden opgemaakt moet aan de NSVV-richtlijn voldoen om problemen te voorkomen.

Lichthinder

Tracédeel 1

Tracédeel 2

Tracédeel 3

Totaal

Variant A

0

0

+

0

Variant B

0

0

0

0

Variant C

0

0

0

0

Wat betreft trillingen is bekeken wat de verwachte trillingen zijn tijdens de bouw- en gebruiksfase. Er is beoordeeld of er sprake is van een reële schadekans door bouwwerkzaamheden en of er een trillingstoename zal kunnen plaatsvinden in de nieuwe situatie. Ook trillinghinder is hierbij geïnventariseerd. Bij de beoordeling is gebruik gemaakt van Google Earth, SBR-A en SBR-B. De volgende criteria zijn gehanteerd: 

+ +                 /
+                    geen reële schadekans tijdens aanleg en/of minder trillingen tijdens gebruiksfase t.o.v. de referentiesituatie;
0                    de situatie verandert nauwelijks t.o.v. referentiesituatie; 
                     een reële schadekans tijdens aanleg en/of meer trillingen tijdens gebruiksfase t.o.v. referentiesituatie;
– –                   /

Conclusies

Enkel tracédeel 3 is binnen de varianten onderscheidend. Variant A wordt hier negatief beoordeeld door de bocht bij Lommel en Variant C juist positief door de grotere afstand tussen woningen en N69. Andere tracédelen zijn niet onderscheidend. Er wordt geadviseerd om in een vervolgfase een indicatief trillingsonderzoek naar de trillingstoename in de bocht bij Lommel uit te voeren t.b.v. de beoordeling van variant A. Daarnaast wordt er geadviseerd om voor individuele woningen een indicatieve analyse te maken voor trillinghinder, aangezien alle varianten weinig tot een beperkte invloed hebben op de trillingen.

Trillingen

Tracédeel 1

Tracédeel 2

Tracédeel 3

Totaal

Variant A

0

0

0

Variant B

0

0

0

0

Variant C

0

0

+

0

Transport van gevaarlijke stoffen brengt een risico met zich mee. Er is beoordeeld of deze risico’s aanvaardbaar zijn. Dit aan de hand van de vuistregels uit bijlage 1 uit het HART (Handleiding Risicoberekeningen Bevt), en de ProjectMER Nieuwe verbinding Grenscorridor N69 (Achtergrondrapport externe veiligheid). De volgende criteria zijn gehanteerd:

+ +                 /
+                    plaatsgebonden risico en groepsrisico nemen significant af;
0                    de situatie verandert nauwelijks t.o.v. referentiesituatie;
                     plaatsgebonden risico en groepsrisico nemen significant toe;
– –                   /

Conclusies

De tracédelen en varianten zijn niet onderscheidend, aangezien er geen significante toename is van het groepsrisico en plaatsgebonden risico op de verschillende tracédelen. De analyse op basis van de vuistregels moet in een latere fase verder worden uitgevoerd.

Externe veiligheid

Tracédeel 1

Tracédeel 2

Tracédeel 3

Totaal

Variant A

0

0

0

0

Variant B

0

0

0

0

Variant C

0

0

0

0

Binnen het thema gezondheid is geëvalueerd wat de gezamenlijke milieueffecten zijn van het voornemen wat betreft geluidhinder, schone lucht, trillingen, licht en externe veiligheid. Daarnaast is er gekeken naar de mogelijkheden om via ruimtelijke inrichting een gezonde leefomgeving te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan het voorkomen van onnodig autogebruik door HOV en de aanleg van aantrekkelijke fiets- en wandelroutes. Ook het realiseren van aantrekkelijk groen en toegankelijke recreatiegebieden en sportfaciliteiten speelt hierbij een rol. De volgende criteria zijn gehanteerd:

+ +         de herinrichting levert een positieve bijdrage aan de milieueffecten, en biedt kansen om middels ruimtelijke inrichting een gezonde leefomgeving te bevorderen;
+            de herinrichting biedt kansen om middels ruimtelijke inrichting een gezonde leefomgeving te bevorderen;
0             er verandert weinig ten opzichte van de referentiesituatie;
             de herinrichting heeft een negatief effect op de milieueffecten en biedt geen kansen om middels ruimtelijke inrichting een gezonde leefomgeving te bevorderen;
– –          de herinrichting heeft een negatief effect op de milieueffecten, en staat kansen om middels ruimtelijke inrichting een gezonde leefomgeving te bevorderen in de weg.

Conclusies

Enkel tracédeel 3 is bij de beoordeling onderscheidend. Deze beoordeling volgt uit het beperkte aantal kansen in het grensgebied door de maaiveldligging en harde doorsnijding van de N69. De bestaande natuurpoort als recreatieve voorziening wordt afgesneden van bestaande recreatieve verbindingen. Echter, de milieueffecten worden wel positiever beoordeeld dan voor de andere varianten. Tracédelen 1 en 2 zijn niet onderscheidend en zorgen er voor dat alle varianten in totaal allemaal positief beoordeeld worden. In een vervolgfase dient er een kwantitatieve gezondheidseffectscreening (GES) uitgevoerd te worden. Dit geeft een goed beeld van de traditioneel beoordeelde gezondheidseffecten. 

Gezondheid

Tracédeel 1

Tracédeel 2

Tracédeel 3

Totaal

Variant A

+

+

+

+

Variant B

+

+

0

+

Variant C

+

+

+

+