Landschap & Cultuurhistorie
Onder het thema landschap & cultuurhistorie vallen verschillende aspecten waarop de drie varianten zijn getoetst. Het betreft hier de beïnvloeding van bijzondere landschappelijke gebieden, structuren en elementen en de versterking van cultuurhistorische gebieden, structuren en elementen. Hieruit volgen de volgende conclusies:
Variant A scoort beter op vlak van landschap en cultuurhistorie dan varianten B en C. Dit heeft onder andere te maken met de ondertunneling en ruimtecreatie bij tracédeel 3 en het behoud van de monumentale bomen bij tracédeel 2. De grote kruispunten bij Borkel en Schaft en de Maaij zorgen er voor dat varianten B en C negatief beoordeeld worden.
Landschap en cultuurhistorie | Nul-alternatief | Variant A | Variant B | Variant C |
Beïnvloeding bijzondere landschappelijke gebieden, structuren en elementen | 0 | 0 | – | – |
Versterking cultuurhistorische gebieden, structuren en elementen | 0 | + | – | – |
Een gedetailleerde beoordeling van de varianten is is te vinden in onderstaand drop-down menu.
Het tracé loopt door een kleinschalig landschap bestaande uit open gebieden met kleine doorzichten en bosrijke gebieden. Belangrijk is dat deze bosrijke kamers behouden blijven en het bos zo min mogelijk wordt aangetast. Het tracé vormt een belangrijke historische geografische lijn. De weg heeft daarmee een hoge historische waarde (tot 1794 terug te vinden in historische kaarten). Van belang is dat deze lijn behouden blijft. Dit betekent dat ingrepen aan de N-weg zo min mogelijk moeten afzien van deze lijn.
Om de inpassing goed te kunnen beoordelen is antwoord gegeven op de volgende vragen: welke gebieden doorkruist het tracé? Welke gebieden hiervan zijn landschappelijk waardevol voor het gebied en welk effect heeft dit op bestaande landschappelijke gebieden en structuren? De volgende bronnen zijn hierbij geraadpleegd:
- Erfgoedinformatie CHW 2006
- Natuur Netwerk Brabant
- Regio gebiedspaspoort structuurvisie RO
- Provinciaal milieu en waterplan
- Groen structuurplan Gemeente Valkenswaard
- Topografische kaarten 1794 – 2018 (zie ook het hoofdrapport)
De volgende criteria zijn gehanteerd:
+ + landschappelijke structuren en gebieden worden versterkt;
+ landschappelijke gebieden worden behouden of versterkt, maar structuren worden negatief beïnvloed of verdwijnen;
0 er verandert weinig t.o.v. de referentiesituatie;
– landschappelijke structuren worden behouden of versterkt, maar er is sprake van een versnippering en negatieve beïnvloeding van de landschappelijke gebieden;
– – landschappelijke structuren en gebieden verdwijnen.
Conclusies
Tracédelen 2 en 3 zijn onderscheidend voor de varianten. Tracédeel 3 binnen variant A wordt ondanks haar verdiepte ligging het meest positief beoordeeld, aangezien de andere varianten afwijken van de historische lijn en de omliggende landschappelijke gebieden sterk beïnvloeden. De keuze voor een fiets- en voetgangerstunnel ten opzichte van een voetgangersbrug zorgt er voor dat variant B op tracédeel 2 beter scoort dan de andere varianten.
Alle kunstwerken dienen ontworpen te worden als één architectonische familie en het ruimtebeslag van deze kunstwerken moet zoveel mogelijk worden beperkt. In een vervolgfase dient eveneens een beplantingsplan en landschapsplan opgesteld te worden. Hier hoort ook een compensatieplan bij.
landschappelijke gebieden, | Tracédeel 1 | Tracédeel 2 | Tracédeel 3 | Totaal |
Variant A | – | – – | + + | 0 |
Variant B | – | – | – – | – |
Variant C | – | 0 | – – | – |
Eventuele kansen
De ongelijkvloerse verbinding bij Achterste Brug binnen variant A en de kruising binnen variant B en C kan mogelijk verlaagd worden aangelegd. Een verlaagde verbinding met Achterste Brug zorgt voor een behoud van bestaande zichtlijnen en een binding met het open landschap. Bij de faunapassage zouden nieuwe bomen op de flanken en zelfs op de passage kunnen worden aangeplant om het bos door te trekken. Dit om de bosrijke kamers rondom de N69 te versterken. Ook kunnen groenstroken worden ingericht om de bestaande groenstructuur door te trekken.
Het tracé loopt door een kleinschalig landschap met enkele cultuurhistorisch waardevolle structuren, waaronder de monumentale bomenrijen langs de N69. Het tracé vormt een belangrijke historische geografische lijn, waardoor de N69 een hoge historische waarde heeft (tot 1794 terug te vinden in historische kaarten). Van belang is dat deze lijn behouden blijft. Dit betekent dat ingrepen aan de N-weg zo min mogelijk moeten afzien van deze lijn. Ook dienen de monumentale bomen zoveel mogelijk behouden worden.
Er zijn aansluitend aan de N69 zijwegen met eenzelfde historische waarde. Ook voor deze wegen geldt dat de bestaande structuur zoveel mogelijk behouden dient te blijven. Dit zijn de belangrijkste aspecten waarop het ontwerp getoetst is. Om de inpassing goed te kunnen beoordelen is antwoord gegeven op de volgende vragen: Zijn er cultuurhistorische structuren of gebieden die hinder ondervinden van een herinrichting van de N69? Verdwijnen er cultuurhistorische waarden? De volgende bronnen zijn hierbij geraadpleegd:
- Erfgoedinformatie CHW 2006
- Natuur Netwerk Brabant
- Regio gebiedspaspoort structuurvisie RO
- Provinciaal milieu en waterplan
- Groen structuurplan Gemeente Valkenswaard
- Topografische kaarten 1794 – 2018 (zie ook het hoofdrapport)
De volgende criteria zijn gehanteerd:
+ + cultuurhistorische structuren, gebieden en waarden worden versterkt;
+ cultuurhistorische structuren of waarden blijven behouden, maar belangrijke gebieden worden aangetast;
0 er verandert weinig t.o.v. de referentiesituatie;
– cultuurhistorische structuren of waarden worden aangetast, maar belangrijke gebieden blijven behouden of worden versterkt;
– – cultuurhistorische waarden, structuren en gebieden verdwijnen.
Conclusies
Enkel tracédelen 2 en 3 zijn onderscheidend voor de varianten. Variant A wordt dankzij het behoud van de monumentale bomen veruit het positiefst beoordeeld. De andere twee varianten scoren negatief door het verdwijnen van de bomen en het wijzigen van de rechtlijnige historische wegstructuur ter hoogte van tracédeel 3. Er dient in een eventuele vervolgfase een bomeneffectanalyse (BEA) voor de monumentale bomen uitgevoerd te worden.
cultuurhistorische gebieden, | Tracédeel 1 | Tracédeel 2 | Tracédeel 3 | Totaal |
Variant A | 0 | + | + | + |
Variant B | – | – | – – | – |
Variant C | 0 | – | – – | – |
Eventuele kansen
Het is belangrijk om de waarde van de Dorpsstraat naar Borkel en Schaft te erkennen als belangrijke historische as (Kempische As) tussen Achel en Eersel, en hiermee rekening te houden bij de inrichting van het kruispunt bij Borkel en Schaft.